Universiteit Leiden

nl en

Column Faculteitsbestuur: Vragen en antwoorden

Geen gebrek aan scherpe vragen tijdens de recente informatiebijeenkomsten. De bijeenkomsten waarin wij als faculteitsbestuur een toelichting hebben gegeven op de situatie van de faculteit en geprobeerd hebben zo goed mogelijk in te gaan op jullie zorgen en vragen, waren stuk voor stuk goed bezocht. Jullie hebben ons goede vragen voorgelegd en ook meegedacht over mogelijke oplossingen. De betrokkenheid die daaruit spreekt, waarderen we enorm.

Sommige vragen kwamen keer op keer terug. Omdat we willen dat iedereen zo goed mogelijk geïnformeerd is – ook de collega’s die niet aanwezig konden zijn bij de informatiebijeenkomsten – geven we hieronder een reactie op een aantal van de meest gestelde vragen. Antwoorden op verschillende vragen worden ook verder uitgewerkt en opgenomen in de Q&A die je kunt vinden op de pagina Perspectief 2028.

1. Hoe krijgt het solidariteitsprincipe vorm?

Binnen de Universiteit Leiden is het solidariteitsprincipe geregeld via het universitaire financiële allocatiemodel en onze faculteit ontvangt daardoor veel steun vanwege onze bijzondere positie: we hebben in vergelijking met de andere Leidse faculteiten veel opleidingen waarmee we een boegbeeld zijn voor de universiteit, maar waarvan een aantal ook een lage studentinstroom kent. Daarom ontvangen we een relatief grotere vaste voet in de universitaire allocatie. Bij ons zijn er relatief meer studenten die een tweede studie volgen, waarvoor de universiteit geen bekostiging ontvangt. Wij krijgen hiervoor echter wel EC-financiering.

Het CvB erkent dat onze faculteit binnen de universiteit op dit moment de grootste bezuinigingsopgave heeft en tegelijkertijd dat de faculteit van groot belang is voor de universiteit. De boodschap is duidelijk dat solidariteit op universitair niveau nodig blijft om sterke geesteswetenschappen in Leiden te behouden.

Ook binnen de faculteit zelf geldt het solidariteitsprincipe. De financieel gezondere instituten en opleidingen met meer studenten betalen indirect mee aan de instituten die het zwaarder hebben en opleidingen die minder studenten tellen. Via de facultaire reserve, die gezamenlijk is opgebouwd, krijgt deze solidariteit vorm. En alle opleidingen, dus ook die met veel studenten, zullen het vakkenaanbod moeten terugbrengen en aanpassen, zodat we tot een efficiënter onderwijsaanbod komen.

2. Wanneer wordt meer duidelijk over de gevolgen voor medewerkers?

We hadden jullie heel graag voor het einde van 2024 meer duidelijkheid gegeven over (de te nemen stappen) voor een mogelijke reorganisatie en de gevolgen daarvan voor onze medewerkers. We weten inmiddels dat we nog niet op dat punt zijn. Het proces waar we in zitten, kent veel afhankelijkheden. Denk aan de nu nog niet bekende effecten van het overheidsbeleid en de ontwikkelingen bij onze zusterfaculteiten. 

Bovendien gaat zorgvuldigheid boven alles. Pas wanneer we de plannen voor aanpassingen in het onderwijsportfolio, inclusief het advies van de opleidingsvoorzitters, hebben laten doorrekenen en hebben besproken met de medezeggenschap, kunnen we een knoop doorhakken over het toekomstige onderwijsportfolio. In februari 2025 verwachten we een adviesaanvraag voor te kunnen leggen aan de Faculteitsraad. Een besluit om wel of niet over te gaan tot een reorganisatie verwachten we pas op zijn vroegst in het voorjaar van 2025.

Ondertussen hangen de bezuinigingen vanuit Den Haag, waarvan de gevolgen nog onduidelijk zijn, ons ook boven het hoofd. We begrijpen vanzelfsprekend dat deze onzekerheid zwaar weegt. We waarderen jullie geduld en begrip in de tussentijd dan ook ontzettend.
 

3. Welke rechten hebben (internationale) medewerkers?

De logische vraag die volgt wanneer het woord ‘reorganisatie’ in de mond wordt genomen, is: wat betekent dat voor onze banen? Op individueel niveau valt daar helaas nu nog niks over te zeggen. Wel kunnen we ingaan op een meermaals geuite zorg van een aantal internationale medewerkers, namelijk: hebben medewerkers die niet in het Nederlands (kunnen) lesgeven in het licht van de Wet Internationalisering in Balans (WIB) een slechtere positie ten opzichte van collega’s die wel college geven in het Nederlands? Het antwoord hierop is duidelijk: nee, hun positie is niet slechter. Alle medewerkers van de Faculteit Geesteswetenschappen vallen onder dezelfde cao. Iedereen heeft dus dezelfde rechten.

Omdat we merken dat de behoefte aan informatie over de rechtspositie groot is, volgt in het nieuwe jaar een mogelijkheid om al je vragen te stellen aan het team van HR. Meer informatie volgt binnenkort.

4. Wat doet het bestuur om zich te verzetten tegen bezuinigingen?

Als faculteitsbestuur leggen we ons niet neer bij de bezuinigingen in de geesteswetenschappen. Wij zijn voortdurend in gesprek met het college van bestuur en met de andere faculteiten. Binnen onze faculteit bekijken we waar afdrachten aan centraal verlaagd kunnen worden en zoeken we naar andere mogelijke oplossingen. Ondertussen voert het college van bestuur achter de schermen gesprekken met UNL en het ministerie van OCW over de kabinetsbezuinigingen. De lobby is dus in volle gang! Ook de belangen van geesteswetenschappen worden hier steeds nadrukkelijk ingebracht.

De vraag of we als bestuur niet simpelweg hebben overwogen om 'bestuurlijk ongehoorzaam' te zijn en niet te bezuinigen, is ook bij ons de revue gepasseerd. De harde realiteit is echter dat we nog twee jaar vooruit kunnen, en dan door onze reserves heen zijn. We nemen daarom nu onze verantwoordelijkheid om dat scenario te voorkomen. Tegelijkertijd blijven we ons verzetten tegen de onverantwoordelijke bezuinigingen in het hoger onderwijs.

Een belangrijke laatste opmerking: tijd is onze bondgenoot. Hoewel de financiële druk groot blijft, is er een lichtpuntje: de begroting voor volgend jaar laat een iets minder negatief resultaat zien dan we eerder hadden verwacht. Dit betekent dat de besparingen die al zijn doorgevoerd bij de instituten en het faculteitsbureau effect hebben gehad. Helaas blijven verdere bezuinigingen noodzakelijk om onze financiële positie structureel te verbeteren.

We beseffen dat bovenstaande slechts een greep is uit de vele vragen die bij jullie leven. Een uitgebreider overzicht van vragen en antwoorden blijft beschikbaar, en wordt regelmatig geactualiseerd en aangevuld op de webpagina Perspectief 2028. De beantwoording van een aantal vragen blijft op dit moment nog openstaan. Niet omdat we ze uit de weg willen gaan, maar omdat de antwoorden soms nog moeten uitkristalliseren. We roepen jullie vooral op om je vragen te blijven stellen en je zorgen te uiten.

We blijven ons inspannen voor een open gesprek en transparante communicatie.

Het Faculteitsbestuur,

Mark Rutgers
Mirjam de Baar
Jeroen Touwen
Saskia Goedhard
Nova Verkerk

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.