Universiteit Leiden

nl en

Cybercriminaliteit: wie is de dader?

Dé cybercrimineel bestaat niet. Het kan net zo goed je buurjongen zijn of een bende Russen. Wat we wel weten is dat cybercrime een groot blijvend maatschappelijk probleem is, dat iedereen kan raken. ‘We weten te weinig van de criminelen,’ zegt hoogleraar Governing Cybercrime Rutger Leukfeldt.

Meer dan alleen een goed idee. Naar een empirisch onderbouwde aanpak van cybercrime. In zijn oratie op 25 november bepleit Leukfeldt waarom empirisch onderzoek naar cybercrime een must is. ‘Anders blijven we jagen op een mysterieus wezen dat niet bestaat. Ben je aan het vechten tegen in duister gehulde individuen uit verre landen met haast magische technische skills of zijn het de jongeren die in onze collegebanken zitten. Of is het je buurjongen? Het kan allemaal, want dé cybercrimineel bestaat niet.’

‘Je kan niet denken: we zetten er een opsporingsteam bij en dan is het probleem opgelost’

Daarin zit meteen de kern van het probleem. Als je niet weet tegen wie je het opneemt, weet je ook niet hoe je ze moet aanpakken. Volgens Leukfeldt is dat goed te zien bij de strafrechtketen. Politie en justitie zitten niet stil, maar er is in tien jaar tijd weinig winst geboekt. ‘Dan vraag ik me af: doen ze niet genoeg of doen ze de verkeerde dingen? Je kan niet denken: we zetten er een opsporingsteam bij en dan is het probleem opgelost. Het gaat echt om de digitalisering van criminaliteit en dat heeft impact op alle vormen.’

Patronen van cybercrime herkennen

Leukfeldt stoort zich aan bestrijders van cybercrime die een goed idee hebben en denken dat ze dat meteen moeten uitvoeren. ‘We zitten niet meer in de beginfase van cybercriminaliteit. Zelfs een goed idee hebben kan gevaarlijk zijn omdat je niet weet tegen wie je het opneemt. Daarom moet je effecten meten en begrijpen waarover je praat. We weten te weinig van de daders. Ik wil een programma opzetten waar we over een langere periode met verschillende disciplines kijken naar de patronen van cybercrime. Er moet systematisch data worden verzameld over cybercriminaliteit in al haar verschijningsvormen. Hoe werken de daders, wat doen ze? Alleen dan kan je tot een beter begrip komen van dit fenomeen.’

De criminoloog krijgt vaak de vraag of het wel zin heeft om empirisch onderzoek te doen naar deze vorm van criminaliteit, die zich razendsnel ontwikkelt. ‘De onderliggende processen van de criminelen blijven hetzelfde. Als je denkt dat het geen zin heeft om het te onderzoeken, dan ga je dat ook niet doen. Daar moeten we vanaf.’  

Iedereen meekrijgen

Hier komt de waarde van de wetenschap om de hoek kijken. ‘Niet laten meeslepen door de hype, maar kijken naar processen en onderzoek doen naar de patronen. Wekelijks ben ik wel ergens in het land te vinden om dit uit te dragen. Iedereen krijgt met digitalisering en de criminaliteit eromheen te maken. Ik zie het als mijn taak om iedereen mee te krijgen; ook de andere vakgebieden; cybercrime heeft impact op de brede criminologie.’

‘Cyber is geen feest der techneuten’ meer’

De hoogleraar refereert graag aan de komst van de nieuwe bacheloropleiding Cybersecurity & Cybercrime die in september 2025 in Den Haag van start gaat. De behoefte aan breed opgeleide cyberprofessionals is volgens hem groot. ‘Een opleiding zoals deze, waarin alle disciplines bij elkaar komen, is er nog niet in Nederland.’

Drie faculteiten (FGGA, FDR en FWN) werken samen in het programma. Studenten kijken vanuit criminologisch, juridisch, bestuurskundig en technisch perspectief naar cybercrime. ‘Je krijgt zo een nieuw type docent en onderzoeker, die veel meer tussen de werelden in staat. Studenten krijgen dit mee en dat is van groot belang. Cyber is geen ‘feest der techneuten’ meer. Er zit zoveel meer omheen. Het is mooi dat wij dat de studenten hierin kunnen opleiden.’

De oratie van Rutger Leukfeldt op 25 november is via een livestream te volgen.

Tekst: Margriet van der Zee

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.