Dialoog tussen de schuifdeuren over psychologieonderzoek en impact op de maatschappij
Gesprekken in een huiskamersetting, zo zag Michiel Westenberg zijn afscheidssymposium voor zich. Zeven hoofdonderzoekers van de 'Social Anxiety and Specific Phobia Research Group' interviewden hun ideale gast van buiten de academische wereld. Welke inzichten en tips hebben zij voor de wetenschap?
Wanneer welke hulp?
Janna Marie Bas-Hoogendam zorgt dat haar gast Dienke Bos zich op haar gemak voelt in de Leidse Faculty Club. Bos is de nieuwe directeur van Mind, een maatschappelijke organisatie die psychische gezondheid wil bevorderen. Natuurlijk snapt Bas-Hoogendam dat je in een jaar geen potten kan breken. Maar welke successen zijn er al wel te vieren? ‘We hebben de vrije artsenkeuze weten te behouden bij de nieuwe minister voor Volksgezondheid Fleur Agema. Ook de gevoeligheden bij datadelen van cliënten worden nu beter begrepen.’ Bos zet met Mind in op meer begrip voor diversiteit van mensen. ‘We zijn niet allemaal hetzelfde. Wanneer heb je hulp nodig en welke hulp.’, merkt ze op naar aanleiding van het gesprek van Anke Klein met Jeroen Derwort.
Ieder kind gezien
Ondernemer en schrijver Jeroen Derwort sponsort het Kenniscentrum Angst en stress bij jeugd via het LUF. Hij vertelt zijn levensverhaal aan Anke Klein. ‘In mijn eentje ontwikkelde ik de game Online Soccer Manager, teruggetrokken achter de computer op mijn zolderkamer. Ik kwam niet zo graag buiten, uit angst voor contact.’ Kleine stappen hielpen hem verder, bijvoorbeeld door te voetballen met zijn broer en diens vrienden. Langzaam ontwikkelde hij zichzelf en zijn bedrijf dat hij uiteindelijk verkocht. Tegenwoordig is hij Gamelab Manager bij de Haagse Hogeschool en auteur van het boek Scoren over zijn weg van introverte jongen naar succesvol ondernemer. ‘Er is nu meer bekend over aandacht geven op vroege leeftijd en dat elk kind gezien wordt en waar nodig geholpen.’
Eerst relatie, dan prestatie
Dayenne Meijer is psycholoog in de ggz. Aan Anne Miers vertelt ze dat haar dwangstoornis op de middelbare school tot uiting kwam. Zo stond ze bijvoorbeeld middenin de nacht op om maar op tijd te komen voor een examen. Dat is bij haar te laat gesignaleerd en daarom bepleit ze eerder aandacht voor kinderen die zich terugtrekken, meer aandacht voor mensen om de patiënt heen, maar ook aandacht voor nazorg van die omgeving, de ouders en vrienden. Meijer volgde exposure therapie maar wat haar echt hielp was de therapeut die zei: ‘hé, we gaan dit samen doen.’ Dat identificeert ze als het succes: als therapeut naast de patiënt staan. ‘Eerst de relatie, dan de prestatie,’ is haar tip.
Blijft wie je bent
Journalist Manouk van Egmond is de inspiratiebron van Michiel Westenberg voor de interviews tijdens het symposium. Bij de boekpresentatie van Van Egmonds boek ‘Zelfs vogels zijn verlegen’ werd zij geïnterviewd, en dat raakte een snaar. Eerder werkte hij mee aan haar NRC-artikel ‘Ik ben verlegen en jij hoeft mij niet te genezen’. Michiel vertelde haar dat verlegenheid een heel normale eigenschap is. Ze schreef het boek om stigmatisering tegen te gaan. ‘Mensen hoeven je niet te pushen, je blijft maar beter wie je bent. Een verlegen mens loopt niet in zeven sloten tegelijk. Al is het een lastige balans met eisen die de maatschappij aan je stelt. Maar je hoeft niet alles zelf te doen, je hebt familie en vrienden.’
Naar buiten treden
Onderzoek maakt volgens Van Egmond duidelijk dat diversiteit in groepen belangrijk is. Haar boek geeft een podium aan alle kennis die er al is. ‘Mensen weten vaak helemaal niets over sociale angst.’ Waar moeten we ons onderzoek op richten, wat moeten we oppakken, wil Westenberg weten. Van Egmond: ‘Wetenschappers moeten veel meer naar buiten treden. Cursussen geven aan het grote publiek, boeiende verhalen vertellen, naar de media stappen en zelf mensen aanschrijven dat je een boek hebt geschreven, opiniestukken schrijven, contact leggen met redacties. Journalisten vinden wetenschappers interessant. Veel wetenschappers zijn verlegen, maar mediatraining helpt. En niet teveel willen, één belangrijke boodschap vertellen. Houd het simpel en persoonlijk.’
Ontvankelijkheid verandert je bias
Anika Bexkens vroeg aan Joris Kelderman, ervaringswerker bij GGZ Delfland, hoe ervaringswerk en evidence-based werken elkaar kunnen versterken. Samen ontdekten ze dat evidence-based werken en ervaringswerk elkaar mooi kunnen aanvullen, en dat vooral een open dialoog belangrijk is. Wetenschappers zouden open moeten staan voor ervaringskennis en andere perspectieven om zo gezamenlijke, effectieve oplossingen te vinden. Kelderman: ‘Samen kom je tot oplossingen, en daarvoor moet je ontvankelijk zijn voor degene om wie het gaat. Ontvankelijkheid verandert je bias.’ Aanwezigen waardeerden de open dialoog en reageerden positief op deze brug tussen praktijk en wetenschap.
De cliënt centraal stellen
Thom Pilon is preventiewerker en geeft bij Youz de preventieve interventie die Leonie Vreeke onderzoekt. ‘Preventie is geen behandeling’, begint hij. ‘Met de preventieve interventie uit het onderzoek van Vreeke willen we voorkomen dat kwetsbare kinderen met een verhoogd risico op angstproblemen deze problemen daadwerkelijk ontwikkelen. Juist door dat succes kan het lijken alsof de interventie 'niet nodig' was, omdat het ongewenste resultaat – angstproblemen – is uitgebleven; dat is de preventieparadox.’ ‘We moeten de wetenschap achter ons hebben om ons te onderscheiden van mensen die zomaar wat doen.’ Wat hij mee zou willen geven? ‘Maak het ons zo makkelijk mogelijk, in plaats van al die administratie. Al is dat nodig bij data verzamelen. De cliënt is voor beiden ons bestaansrecht, die moeten we centraal blijven stellen.’
Middenin de maatschappij staan
In gesprek met Semiha Aydin presenteert Jessica Hilhorst, beleidsmedewerker bij de gemeente zich als een bruggenbouwer door zich te verplaatsen in een ander, in jongeren bijvoorbeeld. Snappen wat een ander voelt. ‘Je gaat er vaak van uit dat iemand je wel snapt, maar je brengt altijd jezelf mee. Bij de gemeente hebben we een onderwijstafel met iedereen er omheen. Ga er middenin staan met je onderzoek. Om elkaar te benutten moet je elkaar opzoeken en je open stellen voor elkaar.’ Hilhorst signaleert bijvoorbeeld verschillende begrippen voor preventie. ‘Dan moet je met elkaar in gesprek. Jongeren zijn onder de indruk als er geluisterd wordt, mét een broodje erbij, dat maakt gelijk. Haar tip: ‘Je iets meer verplaatsen in de wereld van de ander en je eigen menszijn inbrengen.’