Een miljoen euro voor slimme combi’s van antibiotica – tegen hardnekkige infecties én resistentie
Met optimale combinaties van antibiotica kun je bacteriën beter bestrijden en tegelijk voorkomen dat ze snel resistent worden. Wetenschappers uit vijf Europese landen gaan zulke combinaties vaststellen en anderen helpen dat te doen. De Leidse hoogleraar Coen van Hasselt coördineert het project.
Jaarlijks sterven in Nederland zo’n tweehonderd mensen aan infecties door bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. In Europa zijn het er 35.000, wereldwijd 700.000 en de aantallen stijgen. Het gebeurt vooral in ziekenhuizen, bij patiënten die al een lage weerstand hebben. De zogeheten ziekenhuisbacterie MRSA is een bekende boosdoener. Coen van Hasselt, hoogleraar Farmacologie bij het LACDR in Leiden: ‘Altijd als je antibiotica gebruikt, bestaat er een risico op het ontstaan van resistentie. Resistente bacteriën overleven de behandeling en verspreiden zich verder.’ Samen met een groep internationale collega’s gaat hij op zoek naar een manier om deze resistentie het hoofd te bieden.
De wedloop tussen mens en bacterie
Dit is de tragiek van een soort evolutiewedloop tussen mens en ziekteverwekkende bacteriën. Nog steeds ontwikkelen we nieuwe antibiotica om deze bacteriën voor te blijven, maar dat wordt steeds lastiger. Combinaties van antibiotica kunnen hierbij helpen. Van Hasselt: ‘Sommige resistente bacteriën kunnen bepaalde antibiotica afbreken, dat is te voorkomen met een tweede geneesmiddel: dat het eiwit blokkeert dat verantwoordelijk is voor deze afbraakreactie.’
Combineren heeft veel meer potentie
Deze combinatiebehandeling is al in gebruik, maar het combineren van antibiotica heeft nog veel meer potentie, legt van Hasselt uit. ‘Sommige antibiotica zijn heel effectief, maar hebben ernstige bijwerkingen in de vorm van bijvoorbeeld nier- of leverschade. Stel dat je door combinatie met een ander middel veel minder van dat schadelijke antibioticum nodig hebt om een infectie toch effectief te bestrijden?’
‘Door combinatie met een ander middel heb je wellicht ook minder schadelijk antibioticum nodig hebt, en dus minder bijwerkingen.’
Testen in patiënten kan niet zomaar
Combinaties van antibiotica kunnen in het lab veelbelovend lijken, maar vervolgens kun je ze niet zomaar testen in geïnfecteerde patiënten. Die stap is te groot en passen artsen het nog maar weinig toe. Van Hasselt en collega’s uit Duitsland, Engeland, Frankrijk en Denemarken weten een manier om wel veilig op zoek te gaan naar optimale combinaties van antibiotica. Ze krijgen ruim een miljoen euro van JPIAMR, een Europees samenwerkingsverband ter bestrijding van antibioticaresistentie.
Computermodel voorspelt de ideale therapie
Wat gaan Van Hasselt en zijn collega’s precies doen? ‘Wij combineren laboratoriumproeven met een computermodel. In dat model komt alles wat wij al weten over de antibacteriële werking van antibiotica en resistentie-ontwikkeling bij elkaar. Ook neemt het model alles mee wat bekend is over hoe antibiotica zich in ons lichaam gedragen: hoe ze zich verspreiden en hoe snel ze weer worden uitgescheiden.’ Het computermodel doet vervolgens voorspellingen over slimme combinaties, inclusief optimale doseringsschema’s die de artsen niet zelf zomaar kunnen bedenken. ‘Moet je de middelen bijvoorbeeld tegelijk geven, of juist afwisselend? Moet je van elk middel evenveel geven, of is de optimale verhouding anders?’
Die voorspellingen test je in het lab en daarna bij patiënten
Met de voorspellingen gaan de onderzoekers vervolgens het lab in, om de mogelijk optimale combinaties eerst daar te testen. Van Hasselt: ‘Daarna hebben we voldoende onderbouwing om ze veilig in patiënten te testen.’ In de drie tot vier jaar dat het project duurt, hopen de onderzoekers zelf enkele optimale combinaties op te leveren die artsen meteen kunnen toepassen. Maar er is meer: ‘Het computermodel dat wij ontwikkelen is straks ook een gereedschapskist waarmee medicijnontwikkelaars zelf aan de slag kunnen. Daarmee kunnen farmaceuten nieuwe antibiotica en combinaties met andere remmende stoffen bij voorbaat zo ontwikkelen dat ze resistentieontwikkeling tegengaan.’