‘Leiden kan zich sterker profileren als AI-expert’
‘Op AI-gebied is Leiden nog een relatief ongeziene universiteit’, zegt Thomas Dohmen. Als kersvers Director AI Collaboration Center wil hij een Leids AI-samenwerkingsnetwerk smeden, met duurzame en impactvolle relaties tussen de universiteit en maatschappelijke organisaties. De vraag is: hoe? Een kennismaking.
Leiden sterker positioneren als AI-expert en meer duurzame samenwerkingen opzetten met externe organisaties: dat is de missie van Thomas Dohmen. Sinds 1 oktober werkt hij bij LIACS, het Leiden Institute of Advanced Computer Science en bij LURIS, het universitaire centrum dat samenwerking met marktpartijen faciliteert. Eerder bouwde hij ruime ervaring op bij de Universiteit Utrecht als bruggenbouwer tussen wetenschap en samenleving, onder meer door diverse succesvolle AI-labs op te zetten. Toen hij in aanraking kwam met het LIACS, raakte hij onder de indruk van de Leidse expertise en besloot hij om een overstap te maken.
Je wilt de samenwerking tussen de Universiteit Leiden en externe partners op gebied van AI versterken. Hoe?
‘Dat ga ik de komende tijd uitzoeken door de Leidse AI-activiteiten beter te leren kennen. Ook wil ik werkwijzen ontwikkelen die bij duurzame samenwerking passen. Het is in wetenschappelijk Nederland bijvoorbeeld een gewoonte om samen met bedrijven subsidie aan te vragen. Daar is niets mis mee, maar het introduceert in veel gevallen wel onnodige afhankelijkheid. Subsidie aanvragen kost vaak meer dan een jaar en dikwijls word je afgewezen. Helaas gebeurt er dan vaak verder niets meer met het gelegde contact. Zonde, want je hebt al geïnvesteerd in een relatie. Ik ben me daarom meer op die relatie gaan richten, waarbij ik vooral denk vanuit de behoeften van organisaties. Zo verkende ik met een aantal collega’s wat een universiteit als Utrecht kon betekenen voor de Rijksoverheid, waar grote obstakels zijn rond digitalisering. Zo beschikken ze niet over voldoende getalenteerde mensen. Daarom hebben we een duaal PhD-programma gestart, waarbij ook de Nationale Politie instapte. Dit leidde tot het Nationaal Politielab AI, het eerste AI Lab in Utrecht. Voor Leiden wil ik gelijksoortige outside-in werkwijzen ontwikkelen.’
'Leiden heeft tot nu toe minder haast gehad met het uitdragen van de AI-activiteiten, maar dat allemaal rustig opgebouwd. Dat zou wel eens de long game kunnen zijn die interessant is voor het type partners dat ook op langere termijn uitdagingen zal hebben.'
Waarin kan Leiden zich onderscheiden?
‘Op AI-gebied is Leiden nog een relatief ongeziene universiteit, ik ben Leidse wetenschappers weinig tegengekomen in de landelijke AI-netwerken. Ook de externe organisaties die ik ken, zijn niet van nature geneigd om Leiden te betrekken. Een gemiste kans. Leiden is, net als Utrecht, een hele brede universiteit die veel te bieden heeft op het multidisciplinaire, en kent bovendien een aantal zeer actuele expertisegebieden. Denk bijvoorbeeld aan de juridische, de ethische, de humane aspecten van AI. Ik ben ook buitengewoon onder de indruk van de collega's bij LIACS. Er zitten echt topwetenschappers met diepgravende technische kennis, die verstand hebben van AI of van data science-oplossingen en -methoden. Als je verschillende disciplines samen weet te brengen, kun je een volwaardig antwoord geven op maatschappelijke vragen uit de buitenwereld.
Leiden heeft tot nu toe minder haast gehad met het uitdragen van de AI-activiteiten, maar dat allemaal rustig opgebouwd. Dat zou wel eens de long game kunnen zijn die interessant is voor het type partners dat ook op langere termijn uitdagingen zal hebben. Zoals de Rijksoverheid die systematisch kennis wil opbouwen en doorlopend talent wil werven, of de veiligheidssector, die veel baat heeft bij een betrouwbare en betrokken partij die een probleem duurzaam oplost.’
Je begint op een lastig moment, gezien de dreigende bezuinigingen en inperking van onderzoek...
‘Toen ik in Utrecht startte, was het ook een lastig moment. Er ging nauwelijks subsidie naar informatica-onderzoek. Ik heb ervaren dat als je jezelf goed organiseert en je relaties serieus opbouwt, onderhoudt en gezamenlijke doelen stelt, je samen veel impact kunt hebben. Dat is precies ook waarom ik met de AI-labs aan de slag ben gegaan. Ik denk ook dat een moeilijke periode bij universiteiten juist vraagt om nadenken over hoe het anders kan. Als we ons afhankelijk maken van de subsidieverstrekkers of van beslissingen bij de overheid, dan gaat de nodige vrijheid verloren. We moeten buiten de deur kijken, buiten de gebaande paden treden, experimenteren met nieuwe werkwijzen. Onze comfortzone durven verlaten is op dit moment denk ik de juiste keuze. Voor alle universiteiten.’