Sociale oorzaken van radicalisering: uitkomsten van Europa’s grootste extremismeonderzoek
De opkomst van extremisme in Europa heeft geleid tot toenemende polarisatie. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar de oorzaken van radicalisering, blijven er belangrijke hiaten bestaan in het begrijpen van hoe sociale, structurele en individuele factoren met elkaar samenhangen. Het door de EU gefinancierde DRIVE-project pakt deze leemtes aan.
Tahir Abbas, hoogleraar Radicaliseringsstudies aan het Institute of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden, was als wetenschappelijk coördinator verantwoordelijk voor het DRIVE-project. Dit project betekende een grote mijlpaal voor de faculteit, omdat het voor het eerst als Horizon Europe-coördinator optrad. Gedurende 42 maanden onderzocht een consortium van 23 Europese partners de dynamiek van radicalisering in Denemarken, Nederland, Noorwegen en het VK, waarbij gegevens werden verzameld van duizenden deelnemers. Dit artikel bespreekt de belangrijkste bevindingen, uitdagingen en lessen voor de toekomst.
Veelbelovende uitkomsten en onderzoeksinnovaties
Het DRIVE-project leverde belangrijke inzichten op in hoe sociale uitsluiting, identiteitsvorming en structurele dynamieken bijdragen aan radicalisering. Het ging verder dan individuele psychologische profielen door een benadering van publieke geestelijke gezondheidszorg te hanteren, waarbij eco-bio-psychosociale factoren die radicale denkbeelden beïnvloeden werden onderzocht. Het onderzoek toonde aan dat radicalisering het resultaat is van complexe interacties tussen maatschappelijke structuren, discriminatie en marginalisatie.
Een opvallend resultaat van het project is de Reflexive Practitioner Matrix, een instrument dat beleidsmakers en professionals helpt om onderzoeksresultaten in de praktijk toe te passen. Deze matrix slaat een brug tussen academische kennis en praktische oplossingen, met strategieën om sociale uitsluiting en radicalisering te voorkomen.
De interdisciplinaire samenwerking tussen experts uit verschillende vakgebieden verrijkte het onderzoek wat leidde tot meer omvattende beleidsoplossingen.
Uitdagingen en methodologische aanpassingen
Het DRIVE-project stuitte op diverse uitdagingen. De COVID-19-pandemie zorgde voor vertragingen en dwong het team om over te stappen op digitale gegevensverzameling. Dit bracht obstakels met zich mee, maar bood ook de kans om te onderzoeken hoe digitale omgevingen sociale uitsluiting en radicalisering beïnvloeden. Tegelijkertijd werd duidelijk dat online methoden beperkingen kennen, vooral bij het bereiken van gemarginaliseerde groepen.
Ethische zorgen over het welzijn van deelnemers en de bescherming van gegevens waren voortdurende aandachtspunten. Om dit aan te pakken, werden strenge ethische controles uitgevoerd en de anonimiteit van deelnemers gegarandeerd, wat het onderzoek complexer maakte. Wervingsproblemen leidden tot methodologische aanpassingen, waarbij de reikwijdte werd uitgebreid om een bredere groep mensen te betrekken. Deze onverwachte aanpassing vergrootte het begrip van sociale uitsluiting en de verschillende routes naar radicalisering.
Onverwachte bevindingen: Belangrijke inzichten
Het DRIVE-project bracht verrassende inzichten aan het licht, zoals het sterke gevoel van sociale uitsluiting onder nationalistische individuen. Dit weerlegt het idee dat alleen minderheidsgroepen zich gemarginaliseerd voelen en onderstreept de noodzaak van genuanceerde strategieën om sociale cohesie te bevorderen. Ook kwam naar voren dat de mentale stress onder jongeren, verergerd door onzekerheid, vraagt om geïntegreerde ondersteuning voor sociale én geestelijke gezondheidsproblemen.
Ondanks de uitdagingen ontdekte het project veerkracht onder gemarginaliseerde jongeren. Familie, gemeenschap en religieuze steun bleken cruciale buffers tegen radicalisering te zijn, wat het belang van sterke gemeenschapsgerichte benaderingen benadrukt.
Beleidsaanbevelingen voor de toekomst
Op basis van de bevindingen doet het DRIVE-project een aantal belangrijke beleidsaanbevelingen. Deze omvatten het bevorderen van rechtvaardig beleid tegen systemische discriminatie en het aanbieden van cultureel sensitieve geestelijke gezondheidszorg. Het versterken van jongeren en het opzetten van gemeenschapsgerichte ondersteuningssystemen zijn essentieel om jongeren te helpen weerstand te bieden tegen extremistische denkbeelden. Het project pleit ook voor inclusieve publieke discussies en antidiscriminatiemaatregelen, waarbij de impact van politieke retoriek op het gevoel van verbondenheid wordt erkend.
Het onderzoek benadrukt de noodzaak van samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties, gemeenschapsleiders en onderzoekers om effectieve strategieën te ontwikkelen. Het integreren van geestelijke gezondheidszorg in antiradicaliseringsbeleid is cruciaal voor stabiele, inclusieve omgevingen die de impact van sociale uitsluiting verminderen.
DRIVE Project: Key insights for combating radicalisation
Het DRIVE-project heeft ons begrip van de complexe factoren die bijdragen aan radicalisering en polarisatie in Europa verder ontwikkeld. De interdisciplinaire benadering legt de nadruk op de rol van sociale uitsluiting, identiteitsvorming en publieke geestelijke gezondheidszorg, en benadrukt de noodzaak voor inclusieve en cultureel sensitieve beleidsmaatregelen. De bevindingen benadrukken ook de voortdurende en evoluerende aard van extremistische ideologieën, en onderstrepen de behoefte aan doorlopend onderzoek en aanpasbare strategieën.
Effectieve bestrijding van radicalisering vereist een directe samenwerking tussen overheden, maatschappelijke groepen en gemeenschapsleiders. Beleidsmaatregelen die gebaseerd zijn op gedegen onderzoek versterken de veerkracht van gemeenschappen. Drie prioriteiten kunnen vooruitgang stimuleren: uitgebreide longitudinale studies, gestructureerde dialoog tussen onderzoekers en beleidsmakers, en gerichte onderwijsprogramma’s voor jongeren. Het DRIVE-project heeft het kader vastgesteld voor het aanpakken van radicalisering bij de wortel.
Horizon Europe
Horizon Europe is het toonaangevende financieringsprogramma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie van 2021 tot 2027. Het programma pakt klimaatverandering aan, ondersteunt de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN en versterkt de concurrentiekracht en groei van de EU. Door samenwerking te bevorderen en de impact van onderzoek en innovatie te vergroten, draagt het bij aan de ontwikkeling en uitvoering van EU-beleid en de aanpak van mondiale uitdagingen. Horizon Europe stimuleert de creatie en betere verspreiding van uitstekende kennis en technologieën en ondersteunt daarmee de groene en digitale transities van de EU. Lees verder
Tekst: Benedicte Dobbinga