Universiteit Leiden

nl en

In memoriam: Prof.dr. H.W. Pleket (1930-2025)

Op 5 januari 2025 is prof. dr. Henri Willy (Harry) Pleket overleden, emeritus hoogleraar Oude geschiedenis en de Griekse en Latijnse epigrafiek. Hij vervulde een belangrijke academische rol binnen en buiten zijn vakgebied, in Nederland en internationaal. Hij was lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en bekleedde diverse belangrijke bestuurlijke functies, waaronder het decanaat van de Faculteit der Letteren van Universiteit Leiden.

Pleket was gedurende zijn hele academische carrière nauw verbonden met Leiden. Hij studeerde er in 1953 af in de Klassieke Talen met als hoofdvak Oude Geschiedenis. Nadat hij enige tijd leraar Klassieke Talen was geweest, kwam hij in 1960 in dienst van de Leidse sectie Oude Geschiedenis. Hij bleef daar tot eind 1993 werkzaam: eerst als lector in de epigrafiek en vervolgens als persoonlijk hoogleraar in dat vakgebied. In 1980 volgde hij prof. dr. W. den Boer op als hoogleraar in de Oude Geschiedenis, waarbij de Griekse en Latijnse epigrafiek nog steeds tot zijn leeropdracht behoorde.

De combinatie van Oude Geschiedenis en epigrafiek was essentieel voor Pleket. In 1977 blies hij het Supplementum Epigraphicum Graecum (SEG) nieuw leven in. In de jaarlijks verschijnende delen van het SEG worden alle antieke Griekstalige inscripties gepubliceerd die in één jaar zijn uitgeven of becommentarieerd. Het doel is orde te brengen in het woud aan grotere en kleinere epigrafische publicaties. Ook na zijn emeritaat, en ook nadat het project niet meer in Leiden was gehuisvest, bleef hij er werk voor verrichten. Het is nog steeds een leidende publicatie in het vakgebied.

De epigrafiek was voor Pleket nooit een doel op zich. Waar zijn proefschrift nog bestond uit een tekstuitgave, richtte hij zich daarna op het inzetten van inscripties voor grotere historische debatten. Omgekeerd vond hij dat oudhistorici inscripties vaker en beter moesten benutten, bijvoorbeeld om meer zicht te krijgen op het leven van mensen buiten de elite. Zijn eigen vraagstellingen waren aanvankelijk vooral sociaal-historisch. Hij gebruikte inscripties om onderwerpen te bestuderen waarvoor destijds bij oudhistorici nog weinig belangstelling bestond, zoals jeugd, sport en technologie.

Vanaf de vroege jaren zeventig begon Pleket een grote belangstelling te ontwikkelen voor de economische geschiedenis. Hij werd gegrepen door het debat dat in 1973 door de publicatie van M.I. Finleys The ancient economy was ontketend. Finley keerde zich fel tegen anachronistische benaderingen waarin aan de Grieks-Romeinse economie moderne eigenschappen werden toebedacht. Pleket zou zich echter snel van een medestander van Finley tot één van zijn voornaamste critici ontpoppen. Het debat rond Finleys werk heeft Plekets wetenschappelijke horizon tot ver voorbij de Oudheid uitgebreid. Hij beargumenteerde dat het verschil tussen de oudheid en latere perioden door Finley veel te sterk was aangezet. Daarbij schrok hij er niet voor terug om ver over de grenzen van zijn eigen vakgebied heen te gaan. In combinatie met zijn uitzonderlijke beheersing van het epigrafisch bronnenmateriaal gaf deze brede comparatieve benadering zijn publicaties een unieke signatuur.

Pleket was een begenadigd docent en in de omgang vrolijk en energiek. Hij was ook bepaald niet bang om zijn mening te geven; hij kon polemisch zijn, maar streed altijd met open vizier. Juist met die open attitude heeft hij generaties studenten aan zich weten te binden. Zijn eigen intellectuele Werdegang loopt parallel met de ontwikkeling van het vakgebied; het is veelzeggend dat grote delen van zijn benadering inmiddels gemeengoed zijn geworden. Ook na zijn emeritaat is zijn werk voor de Leidse sectie Oude Geschiedenis een inspiratiebron gebleven.

Immer bijgestaan door zijn vrouw Toos is hij tot op zeer hoge leeftijd actief gebleven. Dat illustreert eens te meer zijn enorme persoonlijke betrokkenheid bij het vakgebied.

Rens Tacoma en Luuk de Ligt

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.