Subsidielandschap in beweging: ‘Kijk verder dan de geijkte paden’
Het Nederlandse subsidielandschap voor wetenschappelijk onderzoek is in beweging. Welke ontwikkelingen ziet senior subsidieadviseur Walter van Raaij? En welke tips heeft hij voor een succesvolle subsidieaanvraag?
Van Raaij kent het subsidielandschap van beide kanten. Voor zijn komst naar de Universiteit Leiden werkte hij bij ZonMw, waar hij ervaring opdeed met de NWO Talentenlijn (Veni, Vidi, Vici). ‘Die ervaring met de interne procedures van een onderzoeksfinancier komt nu goed van pas’, vertelt hij. Samen met zijn collega’s van het Grant Development Team ondersteunt hij onderzoekers bij het hele proces: van het identificeren van subsidiemogelijkheden tot strategisch advies over consortiavorming en het schrijven van voorstellen.
Flinke bezuinigingen
Het lijkt erop dat de komende jaren flink bezuinigd gaat worden op de onderwijssector. Van Raaij: ‘De aanvraagdruk bij financiers zoals NWO en de EU neemt daarom toe, vooral bij persoonlijke subsidies.’ Voor de komende jaren verwacht Van Raaij een status quo of zelfs afname in NWO-financiering. ‘De geplande bezuinigingen zullen sommige NWO-programma’s direct raken. Denk aan de Mozaïek, de promotiebeurs voor leraren, en de wetenschappelijke infrastructuur. Wel ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor andere subsidies, zoals een Nederlands en Europees defensiefonds (EDF) voor dual-use onderzoek en aanpassingen in de topsectorenstructuur van de Nederlanse overheid.’
Verder zijn er in het subsidielandschap nog een aantal veranderingen te zien. Een van die veranderingen is de nieuwe kijk op wat goede wetenschap is. ‘We zijn afgestapt van traditionele metrics zoals de h-index’, legt Van Raaij uit. ‘Nu worden ook andere carrièrepaden gewaardeerd, zoals een onderwijsprofiel of valorisatie.’ Daarnaast ziet hij een toenemende focus op specifieke thema's bij subsidieverstrekkers. Zo werkt de Nationale Wetenschapsagenda met 25 thematische routes, waaronder duurzaamheid. Ook de Kennis- en Innovatieconvenanten (KICS) richten zich steeds meer op specifieke thema's.
Vier tips voor een succesvolle aanvraag
Voor onderzoekers die subsidie willen aanvragen, heeft Van Raaij vier concrete tips:
- Kijk verder dan NWO. ‘De Universiteit Leiden heeft honderden verschillende financiers, waarvan sommige wat minder bekend. Denk aan liefdadigheidsfondsen zoals de Hartstichting of het KWF, maar ook aan lokale partners of bedrijven of financieringsmogelijkheden bij LUF. In onze funding database staan zo'n 300 mogelijke fondsen.’ Van Raaij adviseert om breed te kijken: naar de doelgroep van het onderzoek, het gebied waar het plaatsvindt en mogelijke samenwerkingspartners. ‘Al deze factoren kunnen leiden naar nieuwe financieringsmogelijkheden.’
- Bestudeer eerst de eisen van de financier. ‘Een veel voorkomend probleem is dat onderzoekers hun idee in de mal van de financier proberen te proppen. Kijk eerst wat de financier wil en ontwerp daar je voorstel op.’ Dit geldt vooral voor Europese subsidies. ‘Onderzoek de missie van de financier en stem je voorstel daarop af.’
- Schrijf toegankelijk. ‘Veel financiers maken gebruik van multidisciplinaire commissies voor de beoordeling van aanvragen. Is het toegankelijk voor leken? Beeld je in dat je reviewer een chagrijnig persoon is die aan het eind van de dag nog 30 minuten heeft onder een knipperend bureaulampje.’ Gebruik duidelijke kopjes en zorg dat doelstellingen en werkpakketten logisch op elkaar aansluiten. ‘Maak het niet moeilijker dan het is en vermijd technisch jargon.’
- Maak gebruik van het supportnetwerk. Bij het Research Support Portal kunnen onderzoekers terecht voor advies over subsidies, maar ook voor financiële, juridische en datamanagement ondersteuning. ‘Het portaal helpt je bij het vinden van de contactpersonen (eerstelijnsadviseurs) voor de onderzoeksondersteuning van je faculteit/instelling voor elk domein. Je eerstelijnsadviseur bespreekt graag je vragen en begeleidt je bij het schrijfproces en de administratieve vereisten. Zij kunnen je doorverwijzen naar het centrale Grant Development Team voor complexere aanvragen.’
Van Raaij raadt vooral jonge onderzoekers aan om zich niet blind te staren op prestigieuze beurzen zoals de Veni. ‘De slagingskans is vaak maar 12-15%. Er zijn meer wegen naar Rome, ook via Europese subsidies. Een belangrijke tip: begin op tijd - een goede aanvraag kost nou eenmaal veel tijd.’
Changes in the Funding Landscape
In december gaf het Grant Development Team samen met LUF een toelichting op de veranderingen in het Nederlandse en Europese subsidielandschap en financieringsmogelijkheden tijdens het event ‘Changes in the Funding Landscape’. Op de hoogte blijven van dit soort evenementen van het Grant Development Team? Kijk op Sharepoint.