Vriendschap cruciaal in samenwerking inlichtingendiensten
Geheimhouding kan funest zijn voor een relatie, maar in de inlichtingenwereld is het juist een basis voor vertrouwen. Wat betekenen relaties en vertrouwen eigenlijk in deze ‘harde en ogenschijnlijk schimmige’ wereld? Promovendus Pepijn Tuinier onderzocht het. Wat blijkt: sociale relaties spelen een veel belangrijkere rol in de internationale inlichtingensamenwerking dan tot dusverre aangenomen.
Rokerige kamers, spionnen, voorzichtigheid, wantrouwen: dat is het beeld van de inlichtingensamenwerking volgens internationale publicaties hierover. Inlichtingendiensten lijken echter in veel opzichten op andere organisaties in het publieke domein en ook de professionals zijn ‘gewoon’ mensen – en dat onder bijzondere omstandigheden. Sociale relaties helpen de diensten juist verder. Dat is de conclusie van het promotieonderzoek van Pepijn Tuinier.
‘Dat lijkt een voor de hand liggende conclusie. Maar omdat er zo vaak vanuit een staatsbelang naar wordt gekeken, namelijk dat sociale relaties en vertrouwen echt een mindere rol zouden spelen, word je op het verkeerde been gezet. Waar ik achter kwam is deze aspecten in de Europese Unie zelfs een sleutelrol spelen. Dat had ik persoonlijk niet verwacht.’
'You are not James Bond
on a special mission'
Pepijn Tuinier zag het belang van goede internationale samenwerking van dichtbij. Als ex-militair, voormalig officier met uitzendingen naar Bosnië & Herzegovina en Afghanistan, en door zijn jaren daarna als beleidsmedewerker bij Defensie, zag hij de rol van sociale relaties en vertrouwen in veiligheidssamenwerking. ‘Het verbaasde mij dat op het vlak van inlichtingensamenwerking die rol onderbelicht was. Samenwerking wordt juist steeds belangrijker, ook in multilaterale organisaties als de EU. De blik daarop in de academische literatuur verklaart dat heel slecht.’
Interviews met inlichtingenprofessionals
‘Ik ben op zoek gegaan naar een concept dat dat beter verklaarde. Vertrouwen wordt heel vaak genoemd, zelfs in de harde academische literatuur, maar wat wordt er bedoeld met vertrouwen?’ Pepijn schreef zijn promotieonderzoek op basis van diepgaande interviews met senior inlichtingenprofessionals van nationale diensten en EU-inlichtingenorganisaties.
Pepijn deelt een voorbeeld van een de citaten, ook vermeld in zijn proefschrift:
‘You are not James Bond on a special mission. [In here] It is about cooperation. You have to be discrete, for sure. But your job is to get into conversation. Hiding would not help much in this. Closing up is very safe, but very ineffective in cooperation.’
Dit anonieme citaat laat volgens Pepijn mooi het contrast zien met het heersende beeld van een ‘harde en schimmige wereld’. Zoals voormalig directeur van de MIVD (Generaal Jan Swillens) ooit zei bij een gastcollege in Leiden (15 december 2022): ‘Intelligence cooperation is not just about Quid pro Quo’ – deze quote staat ook in het proefschrift.
Inlichtingensamenwerking in de Europese Unie
Wat Pepijn bij de totstandkoming van vertrouwen opviel was de enorme rol van goede wil bij de EU-inlichtingensamenwerking. Toen hij begon met zijn onderzoek, was de EU een kleine speler op inlichtingensamenwerking. Dat verandert langzaamaan in positieve zin, geeft hij aan. Dit komt in de context van de EU eerder door interactie dan transactie. Het zijn niet zozeer staten en organisaties die samenwerking mogelijk maken, maar mensen. In aanvulling op de heersende gedachte dat er geen vrienden zijn in inlichtingen, stelt Pepijns onderzoek dat - vanuit een sociologisch perspectief - als inlichtingendiensten al vrienden hebben, dit andere inlichtingendiensten zijn. ‘Ze kennen, herkennen en waarderen elkaar. Dit is een basis voor vertrouwen en helpt samenwerking verder.’
In eerste instantie waren de inlichtingenprofessionals sceptisch, net als Pepijn. ‘Naarmate zij de sociale dynamiek zagen en het resultaat ervan, geloofden ze steeds meer in de EU-samenwerking. Zij die ervaring hebben met het werken binnen EU-inlichtingen zijn soms zelfszeer positief over de toegevoegde waarde hiervan. Ook ik vertrok vanuit het academisch sceptische perspectief, maar naarmate mijn onderzoek vorderde zag ook ik steeds meer de potentie van die sociale relaties in de context van de EU. Belangen raken verweven en aantal mensen gaf aan dat er een collectieve identiteit is, wat vertrouwen schept. Ze hechten bijvoorbeeld belang aan de internationale rechtsorde, een heel abstract begrip. De externe dreiging aan de grenzen versterkt dit gevoel van verbondenheid.’
Elkaar iets gunnen
‘De samenwerking tussen de organisaties is al verder dan je op basis van harde structuren zou zeggen. Er wordt elkaar wat gegund. Vriendschap komt veel voor op een plek waar mensen zo intensief met elkaar omgaan. Je ziet het zachte component van elkaar waarderen: ‘We zitten in hetzelfde schuitje en hangen dezelfde waarde aan’. Dat kwam er heel sterk uit en dat heeft me echt verbaasd. Uiteindelijk bleek dat die abstracte waarden een grote rol spelen en dat het gunnen – en de perceptie dat een ander jou ook wat gunt – heel sterk terugkomt.’
Tekst: Magali van Wieren
The Social Ties That Bind
The role of social relations and trust in EU-intelligence cooperation
Woensdag 22 januari 2025.