
De noodzaak van herinneren
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw was Argentinië onderhevig aan een zware dictatuur. Het regime schuwde het gebruik van grof geweld en marteling niet. Ook verdwenen er geregeld mensen die hun ontevredenheid lieten blijken. Ana Saab deed voor haar promotie onderzoek naar hoe de herinnering aan deze verdwenen personen toch in leven werd gehouden.
‘Het laten van verdwijnen van personen zorgde echter ook voor problemen voor het regime’, vertelt Ana Saab. ‘Ze hoopten dat daarmee enig kritisch geluid zou verdwijnen, maar het zette het volk juist aan om meer vragen te stellen. Het regime ontkende het bestaan van de verdwenen personen en dus begon men vragen óver deze personen te stellen. In het begin waren die zeer logistiek van aard: wie deed nu het werk van deze persoon die niet meer bestaat? En hoe zit het met alle andere informatie die we van hen hebben? Het was deze lijn van burgerlijke ongehoorzaamheid die de protestbeweging een vorm gaf.’
Moeders
‘Uit deze logistieke aard volgde uiteindelijk een zeer persoonlijke vorm van protest’, zo gaat Saab verder. ‘Als je mensen wilt laten verdwijnen, en daar ook effectief in wilt zijn, dan dien je enige vorm van herinnering, van archief uit te wissen. Hoewel het regime er enigszins in slaagde dat in de publieke ruimte te bewerkstelligen, faalden ze op het persoonlijke vlak. De protestbewegingen werden steeds meer bezocht door familieleden – en vooral moeders – met foto’s en andere beelden van de verdwenen, zogenaamd nooit bestaan hebbende personen.’
‘Vooral afbeeldingen van identiteitskaarten waren populair, een bijzonder uniek middel voor protest. staat immers symbool voor iets dat intrinsiek verbonden is aan een overheid. Het staat voor een middel waarmee deze overheid burgers kan identificeren en kan classificeren. Door deze in te zetten gebruiken de moeders juist het gereedschap van het regime om de officiële waarheid van het regime tegen te spreken.’
Vervreemding
Om het effect van deze vorm van beeldprotest te kunnen duiden maakt Saab gebruik van Walter Benjamin ideeën over het nabootsende vermogen van de mens. ‘Benjamin stelt dat deze twee kanten heeft’, verduidelijkt Saab. ‘De ene kant is performatief en de andere kant veroorzaakt vervreemding. Normaal gesprook leeft de mensen in een soort staat van anesthesie, waardoor het kan blijven functioneren en deze geen last ondervindt van de vervreemding. Die staat van anesthesie is de performatieve werkelijkheid van het Argentijnse regime. Door het gebruik van de afbeeldingen van verdwenen personen gaan de moeders en andere familieleden tegen deze performatieve werkelijkheid in en weten ze een betekenis te geven aan de vervreemding die daaruit ontstaat. Vervreemding die vervolgens als protest dient tegen het regime.’
Het is deze vervreemding die ervoor zorgt dat deze beeldprotesten zo’n invloed hebben gehad in Argentinië. ‘Zo werd de dagelijkse routine van stilte en gehoorzaamheid aan het regime doorbroken. De afbeeldingen begonnen steeds meer een belangrijkere positie in de publieke ruimte te krijgen en het regime had geen idee wat het er tegen kon beginnen. Doordat die beelden er ook nu nog steeds zijn, stelt het de mensen in staat zich ook nu kritisch te verhouden tot het verleden en de historische trauma’s die uit die periode zijn gekomen. Zeker nu de autoriteiten in Argentinië op een andere manier naar dat verleden beginnen te kijken.’