
Herman Paul nieuwe WD Instituut voor Geschiedenis: ‘Goede werksfeer is belangrijk’
Hoogleraar Herman Paul is per 1 februari benoemd als Wetenschappelijk Directeur van het Instituut voor Geschiedenis. ‘Juist in deze tijden is transparantie essentieel.’
Pauls carrière aan de Universiteit Leiden is lang: hij is al 17,5 jaar verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis. ‘Ik heb me al die tijd kunnen concentreren op mijn onderwijs en onderzoek’, vertelt hij. ‘Nu mijn Vici-project afloopt, vond ik het tijd om mijn verantwoordelijkheid te nemen en iets terug te geven aan het instituut.’
Samen doorgaan
Zijn aandacht zal daarbij in de eerste plaats uitgaan naar de financiële situatie. ‘Net als in de rest van de universiteit staan bij ons de financiën onder druk’, zegt hij. ‘Het managementteam heeft onder mijn voorganger Jeroen Duindam een heel prudente financiële huishouding gevoerd, waardoor de tekorten minder hoog uitvallen dan had gekund. Toch staan ook wij nog steeds in de rode cijfers.’
Dat betekent dat Paul niet zal ontkomen aan bezuinigingen. ‘De situatie nodigt uit om met een economische bril naar de werkvloer te kijken en het te hebben over de harde cijfers: hoeveel fte’s hebben we, hoeveel cursussen kunnen we aanbieden in de opleidingen waar we als instituut aan verbonden zijn? Dat gaan we ook doen, maar ik vind het minstens even belangrijk om bezig te zijn met de vraag hoe we deze moeilijke fase met elkaar doorkomen. Het Instituut voor Geschiedenis wordt gekenmerkt door een collegiale en fijne werksfeer. Die wil ik juist in deze tijden graag helpen behouden.’
Pijn verdelen
Waarden als fairness, transparantie en solidariteit staan daarbij voorop voor Paul. ‘Ook in moeilijke situaties wil ik collega’s zoveel mogelijk bij het proces betrekken. Samen komen we hopelijk tot oplossingen waarbij we ons onderzoek en onderwijs zo ongehinderd mogelijk kunnen uitvoeren. We kennen in ons instituut een lange traditie van onderzoeksgedreven onderwijs, wat onze opleidingen voor zowel studenten als docenten aantrekkelijk maakt. Waar mogelijk moeten we dat in stand houden.’
Pauls deur staat daarbij letterlijk open voor iedereen met een plan of suggestie. ‘Ik ben in elk geval vier dagen per week op de faculteit, dus ik hoop dat mensen aankloppen met grote of kleine vragen. Daarnaast zullen we nog meer dan voorheen stukken delen en bijeenkomsten organiseren om mensen zoveel mogelijk bij onze processen te betrekken.’