
Arianne Pen combineert kennis en netwerk in nieuwe baan
Na zestien jaar in diverse rollen wist Arianne Pen het meteen: ‘Dit is mijn kans.’ Als nieuw afdelingshoofd bij SOSZ zet ze haar brede netwerk en ervaring in om onderwijsprocessen te verbeteren – én om het ondersteunend personeel de waardering te geven die het verdient.
Arianne Pen kent de faculteit als geen ander. Eerst als onderwijscoördinator bij natuurkunde, later als implementatie-coördinator van het onderwijsadministratiesysteem uSis. Gelijktijdig is ze gestart als onderwijs coördinator bij sterrenkunde, en daarna als facultaire opleidingsmanager.
Toen ze de vacature zag voor afdelingshoofd bij SOSZ twijfelde ze geen moment. ‘Ik dacht: “Dit is mijn kans.” Ik ken de logistiek in het onderwijs, de mensen, de opleidingen: nu kan ik dit allemaal combineren. Mijn netwerk is groot. Ik weet waar de mensen mee bezig zijn, zowel bij de opleidingen als bij de faculteit, of het nu gaat om een beleidsmedewerker, een studieadviseur of de collega's die de roosters maken. Ik ben dankbaar dat ik dit nu in mijn positie kan samenbrengen. Een heerlijke plek is het.’

Meer efficiëntie in de werkprocessen
Maar ook een werkplek waar wel wat van haar verwacht wordt, weet Pen. De werkdruk is overal hoog en processen zijn niet altijd efficiënt ingericht en op elkaar afgestemd. ‘Per opleiding zijn zaken anders ingericht, maar bij andere faculteiten gaat het er ook weer anders aan toe dan bij ons. Sommige zaken zijn centraal geregeld, andere helemaal niet. Aangezien we steeds meer met andere faculteiten en universiteiten samenwerken is een goede afstemming nodig.’
Haar nieuwe baan geeft Pen de mogelijkheid om over de volle breedte te sturen, en dat is nodig om verbeteringen duurzaam in te voeren. ‘Ik zie waar het knelt en waar het beter kan. Maar het belangrijkste is dat we dit samen met alle collega’s aanpakken.’
Ondersteunend personeel is de olie in de machine
Pen wil vooral het ondersteunend personeel in het zonnetje zetten. ‘Deze collega’s zijn de olie van onze organisatie; dankzij hen draait het onderwijs soepel. Zonder hun inzet zou alles stilvallen. Het is dan ook essentieel om hun bijdrage te erkennen en waarderen. Daarom zetten we ons in om de werkdruk te verlagen – voor hen, maar ook voor docenten en studenten. Dit doen we door uniforme processen te ontwikkelen, die ruimte creëren voor flexibel en wendbaar onderwijs.
Arianne Pen is duidelijk over de onderlinge afstemming die ze voor ogen heeft. ‘Als je kijkt naar onderwijslogistiek, dan wijken we op veel punten af. De manier waarop we roosteren, de manier waarop we diplomeren, en wanneer we een bindend studieadvies afgeven. Dan heb ik het alleen nog maar over de variaties binnen onze opleidingen en nog niet eens over de verschillen met andere faculteiten. Wij starten om 9.00 uur in de ochtend, de rest van de universiteit begint met de lessen om 9.15 uur. Wil je meer samenwerken, dan moet je elkaar hierin toch vinden.’
‘De mensen van onze faculteit zijn allemaal zeer gepassioneerd. Keiharde werkers met een liefde voor hun vak, en dus ook collega’s die staan en strijden voor hun eigen doelen. Dat is begrijpelijk, maar we moeten blijven kijken hoe we samen meer duidelijkheid en structuur in de processen brengen.’
Passie voor het vak
Ze gelooft heilig in met elkaar in gesprek blijven en kijken hoe iedereen efficiënter kan samenwerken. Dat dit af en toe moeilijk zal worden, weet Pen ook. ‘De mensen van onze faculteit zijn allemaal zeer gepassioneerd. Keiharde werkers met een liefde voor hun vak, en dus ook collega’s die staan en strijden voor hun eigen doelen. Dat is begrijpelijk, maar we moeten blijven kijken hoe we samen meer duidelijkheid en structuur in de processen brengen.’
Het is voor Arianne Pen belangrijk dat alles plaatsvindt in een sociaal veilige omgeving. Naast haar werk heeft ze een eigen praktijk als vertrouwenspersoon voor zorg- en onderwijsinstellingen. ‘Ik vind het essentieel dat iedereen zichzelf mag zijn en dat er afspraken zijn om op een veilige manier te kunnen zeggen wat je denkt en voelt, met respect voor elkaar, zelfs als het om lastige onderwerpen gaat.”
Het werk mee naar huis nemen is onvermijdelijk, want haar man Christiaan werkt ook bij de faculteit, als fijnmechanisch technicus. ‘Een heel andere tak van sport. We fietsen samen naar werk en naar huis en dat is heel gezellig. Gek eigenlijk, maar we zien elkaar nooit in het gebouw.’