Dynamische en internationale werkplek trekt Janssen naar Sterrewacht
Met de benoeming eind vorig jaar van Dennis Janssen als operationeel directeur is het bestuur van de Sterrewacht compleet. Janssen werkt al ruim twintig jaar bij de universiteit maar de faculteit en de Sterrewacht zijn nieuw voor hem.
De Brabander die al jaren in Haarlem woont is het liefst vijf dagen per week in het Gorlaeus Gebouw te vinden op zijn nieuwe dynamische werkplek. ‘Elke dag is anders, daar ben ik in de eerste maanden wel achter gekomen. Ik zit nog in de eerste 100-dagen-periode, dus het is nu vooral kennismaken, luisteren en een zo goed mogelijk beeld krijgen van het instituut. Dat heb ik me voorgenomen toen ik met de baan begon; ik wil eerst de mensen leren kennen zodat ik het instituut goed kan vertegenwoordigen.’
‘Een gerenommeerd internationaal instituut als de Sterrewacht is voor mij de perfecte plek om me verder te ontwikkelen in het brede terrein van bedrijfsvoering.’
Binnen universiteit blijven werken
Janssen werkt al ruim twintig jaar in verschillende functies en op diverse afdelingen van de Universiteit. Zo werkte hij bij het Van Vollenhoven Instituut (FDR) als afdelingsmanager en de laatste vijf jaar was hij op Rapenburg programmamanager voor Leiden Research Support, met de opdracht om de ondersteuning voor extern gefinancierd onderzoek te versterken. ‘Het faciliteren van onderzoek én onderwijs en de manier van werken binnen de universiteit past goed bij mij. Daarom wilde ik ook graag binnen de universiteit blijven werken. Om na vijf jaar een nieuwe functie aan te gaan voelde voor mij als een natuurlijk moment om over te stappen. Na een mooie periode met een universiteitsbrede opdracht wilde ik graag weer in een meer internationale werkomgeving aan de slag.’
De uitdaging zit er voor Janssen onder meer in dat het voor hem een nieuwe faculteit is én een nieuw instituut. ‘Een gerenommeerd internationaal instituut als de Sterrewacht is voor mij de perfecte plek om me verder te ontwikkelen in het brede terrein van bedrijfsvoering.’
Naast het - zoals het dan officieel heet- optimaliseren van de operationele processen binnen de faculteit en het instituut, moeten Janssen en zijn medebestuurders ervoor zorgen dat de Sterrewacht toekomstbestendig blijft. ‘We hebben natuurlijk te maken met de bezuinigingen die op ons afkomen, terwijl de werkdruk al hoog is. Wat voor gevolgen dat gaat hebben voor ons internationaal opererende werkveld is nog niet duidelijk. Wij staan in ieder geval pal voor ons instituut en onze mensen.’
Blijven ontwikkelen
Verder vindt Janssen vooruitkijken en kansen grijpen en zien belangrijk. ‘We zorgen ervoor dat we blijven meedoen in innovatieve onderzoeksprojecten en dat we ons onderwijs blijven ontwikkelen, zoals met een nieuwe minor en een nieuwe masterspecialisatie. Verder blijven we zorgen voor zichtbaarheid naar en interactie met de buitenwereld. Een mooi voorbeeld daarvan is de samenwerking met de hortus in de tentoonstelling Planten en planeten.’
Janssen denkt dat zijn ervaring in diverse geledingen van de universiteit hem goed van pas komen in deze functie. ‘Het heeft denk ik wel een toegevoegde waarde dat ik weet wat er nodig is op centraal, facultair en instituutsniveau. Ik ken de perspectieven en de werkwijzen. Natuurlijk werkt het in elk organisatiedeel net wat anders en dat maakt het werken binnen onze universiteit juist ook interessant. Wat ik in elk geval in de eerste maanden heb gemerkt is de enorme bevlogenheid en kunde van de collega’s bij ons instituut. Trots dat ik daar nu deel van uit kan maken.’