Universiteit Leiden

nl en

Verzet tegen de Nederlandse en de Duitse bezetter: Indonesische studenten in Leiden

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog kende Leiden de grootste Indonesische studentengemeenschap van Nederland. Veel van deze studenten belandden in het verzet tegen de Duitse bezetter. Daarna vochten sommige van hen voor een onafhankelijk Indonesië.

Promovendus Sander van der Horst (Universiteit Leiden en KITLV) verdiept zich in de politieke geschiedenis van Indonesische studenten in Nederland. Volgens hem bouwen sommigen van hen al voor de Tweede Wereldoorlog aan een ondergrondse, daartoe gedwongen door jarenlange Nederlandse censuur en spionage. ‘Als in 1913 de eerste antikoloniale politieke partij van Indonesië, de Indische Partij, wordt opgericht, worden de oprichters vrijwel meteen gedwongen naar Nederland gestuurd’, vertelt Van der Horst. ‘Dat is zo’n beetje het startschot voor antikoloniaal verzet in Nederland.’

Van gezelligheidsvereniging tot antikoloniale organisatie

De Indische Partij, maar ook de bevrijdingsstrijd in andere landen zoals Ierland en India, vormen een inspiratiebron voor Indonesische studenten die  naar Nederland trekken om te studeren. Van der Horst: ‘In 1925 wordt bijvoorbeeld een oorspronkelijke gezelligheidsvereniging voor studenten omgedoopt tot antikoloniale organisatie, de Perhimpunan Indonesia. Die voert dus vanaf de jaren 20 de naam ‘Indonesia’ en strijdt voor onmiddellijke onafhankelijkheid.’

‘Subversief gedachtegoed’

Als in 1926 en 1927 massale opstanden op Java en Sumatra uitbreken, wordt  het verzet met veel geweld neergeslagen. Het bestuur van Nederlands-Indië wordt steeds repressiever en fascistischer. In Nederland worden Indonesische studenten ondertussen met argusogen bekeken.

‘De overheid is erg gericht op wat zij “subversief” gedachtegoed noemt’, licht Van der Horst toe. ‘In 1927 worden bijvoorbeeld de vier leiders van de Perhimpunan Indonesia opgepakt. Ze blijven een half jaar lang zonder proces vastzitten, maar weten uiteindelijk vrij te komen. Andere Indonesische studenten in Nederland gaan daarna voorzichtiger opereren, vooral in de loop van de jaren 30, door pseudoniemen te aan te nemen, maar ook door bijvoorbeeld schuiladressen te gebruiken en onder te duiken.’

Eerst de Duitsers weg

Deze infrastructuur komt goed van pas als Nazi-Duitsland Nederland bezet in 1940. Veel Indische studenten sluiten zich aan bij het verzet tegen de Duitse bezetter, ook al betekent dit dat ze zich plotseling aan dezelfde kant bevinden als de Nederlandse ‘overheerser’. ‘Nadat Japan in 1931 China binnenviel, raakte een smaldeel van de Indonesische studenten ervan overtuigd dat het Japanse fascisme weleens een grotere bedreiging zou kunnen vormen dan het kolonialisme van Nederland’, licht Van der Horst hun draai toe. ‘Het sentiment verschuift langzaam van anti-imperialistisch naar antifascistisch, zeker als in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog het Italiaanse, Duitse en Spaanse fascisme in Europa een existentiële bedreiging vormt.’

Uiteindelijk belanden ongeveer honderd van de in Nederland wonende Indonesische studenten in Leiden in het verzet tegen de Duiters. ‘Juist omdat zij al die tactieken van schuiladressen en schuilnamen al beheersten, stonden er ineens zoveel mensen klaar.’ zegt Van der Horst.

Weinig steun

Veel Indonesische studenten zien het verzet tegen de Duitse bezetter als een eerste stap naar een groter doel: het fascisme zowel uit Nederland als Nederlands-Indië verdrijven en de kolonie vervolgens zelfstandig maken. Een kleine minderheid van de Nederlandse bevolking, deelde dat ideaal, maar een overgrote meerderheid moest niets weten van Indonesische onafhankelijkheid.

‘In de naoorlogse propaganda wordt de opkomende Indonesische vrijheidsstrijd door de Nederlandse overheid en pro-koloniale media geframed als een Japans maaksel, waar Sukarno zelfs de Mussert van Indonesië wordt genoemd’, zegt Van der Horst. ‘Dat valt in goede aarde in Nederland, waar de teneur wordt dat het Nederlandse imperialisme zich moet hervestigen in Indonesië. Slechts een klein deel van de Nederlanders is ontvankelijk voor het idee dat de Indonesische bevrijdingsstrijd de juiste is en doet bijvoorbeeld mee aan solidariteitsstakingen.’

Vergetelheid

In Indonesië ontstaat ondertussen een bloederige onafhankelijkheidsstrijd, waaraan ook veel voormalige Leidse verzetslieden uit Indonesië meedoen. Maar ook voor de Indonesische overheid zijn ze niet veilig. ‘Sommigen van hen overlijden in het bloedbad van Madiun in 1948, nota bene uitgevoerd door het leger van de Indonesische Republiek, of tijdens de anticommunistische genocide van 1965’, vertelt Van der Horst.  Het heeft invloed op hun aanwezigheid in het collectieve geheugen, zowel in Nederland als in Indonesië. ‘Door hun voortijdige overlijden verdampt de herinnering aan deze mensen, wat versterkt wordt door het idee bij eerdere historici dat het verzet in Nederland voornamelijk voor witte mannen werd georganiseerd. Pas de laatste jaren ontstaat er ruimte voor rehabilitatie en een inclusiever beeld van het verzet in Nederland.’

Sander van der Horst schreef samen met Henna Goudzand over antikoloniaal studentenverzet in Leiden in de recent verschenen bundel Wereldsteden van de Lage Landen. Stadsgeschiedenis van Nederland en België. Leidse historici Ariadne Schmidt en Alicia Schrikker werkten ook mee aan het boek met een bijdrage over de Leidse wijk Transvaal.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.