Universiteit Leiden

nl en

Jamel Buhari: ‘Queer migratie is verknoopt met andere redenen om te vertrekken’

Wie een asielverzoek bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) indient, wordt vaak gevraagd naar de belangrijkste reden voor migratie. Dit proces zorgt er voor dat asielzoekers in een specifieke categorie worden geplaatst, terwijl hun ervaringen vaak veel complexer en gelaagder zijn. Met zijn onderzoek naar queer migratie laat promovendus Jamel Buhari zien hoe complex de werkelijkheid is.

‘In Europa heerst het beeld van Afrika als homofoob continent’, zegt Buhari, die zich in zijn onderzoek focust op queer migratie uit de Afrikaanse sub-Sahara sinds de jaren tachtig.  ‘Als je daar queer of trans bent, zou je wel moeten migreren.’ De werkelijkheid is – uiteraard – genuanceerder.

Stromen binnen het continent

‘Veel Afrikaanse landen hadden al sinds de koloniale tijd wetgeving die in de meeste gevallen seks tussen mannen verbiedt’, vertelt Buhari. ‘De afgelopen jaren zie je enerzijds dat in bijvoorbeeld Oeganda, Tanzania en Ghana pogingen zijn gedaan om anti-LHBTI+ wetgeving verder aan te scherpen. Dat gebeurt vaak onder invloed van conservatieve, christelijke groepen uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten, die hameren op family values en rigide normen rond seksualiteit en gender. Daarmee beïnvloeden ze het lokale narratief, met wisselende uitkomsten.’

Anderzijds zijn er ook landen waar koloniale wetgeving recent is afgeschaft (zoals Botswana en Namibië) en landen die nooit anti-LHBTI+-wetgeving gehad hebben. Mede daardoor vindt in Afrika, net als bij andere vormen van migratie, een groot deel van de migratie plaats binnen de regio. ‘In Europa zien we die stromen nog weleens over het hoofd’, zegt Buhari, ‘maar uit recente literatuur blijkt dat bijvoorbeeld Zuid-Afrika en Kenia populair zijn als bestemming voor queer migranten uit andere Afrikaanse landen, en dat daar groeiende queer refugee gemeenschappen zijn, vaak afkomstig uit buurlanden. Ook is er veel interne migratie, waarbij bijvoorbeeld  grote steden aantrekkelijk zijn voor queer personen en mensen daar hun gemeenschappen vinden of creëren, ook in contexten van anti-LHBTI+ repressie.

Gemeenschappen

Queer gemeenschappen spelen sowieso een belangrijke rol in queer migratie, zegt Buhari. ‘Bij andere migrantengroepen zie je dat mensen vaak naar landen trekken waar ze al mensen kennen, bijvoorbeeld omdat familie hen is voorgegaan, of waar überhaupt al grote diaspora gemeenschappen zijn uit land van herkomst. LHBTI+-migranten lijken dat soort netwerken soms juist te vermijden. Ik zie dan ook dat queer migranten vaak onderdeel zijn van ander soort netwerken, vaak ook versterkt door ontwikkelingen op gebied van digitale technologieën. Dit soort transnationale queer netwerken spelen een grote rol en hebben invloed op mensen hun migratiekeuzes, de routes die ze afleggen en de gemeenschappen die zij vormen. ’  

In de praktijk zie je dat migranten van kleur soms lastig hun plek vinden in zo’n overwegend witte queer community, Buhari: ‘Ze hebben bijvoorbeeld te maken hebben met racisme en andere vormen van uitsluiting. Als reactie daarop zie ik queer mensen met een vluchtelingachtergrond die zelf organisaties oprichten om queer nieuwkomers ondersteuning en een veilige gemeenschap te bieden in Nederland. Er zijn nu bijvoorbeeld diverse queer African refugee organisaties en collectieven in Nederland, die zich specifiek richten op queer Afrikaanse en Caribische migranten.’

Eurocentrische blik

Het verhaal van een ongelukkige queer migrant die opbloeit in het ‘vrije’ Europa is dan ook te eenzijdig, benadrukt de promovendus. ‘Er is uiteraard specifieke anti-queer discriminatie en  geweld waar queer personen het slachtoffer van kunnen zijn en sommigen ertoe drijft te migreren opzoek naar een veiliger bestaan. Tegelijkertijd is er weinig oog voor de vormen van marginalisering die queer migranten ondervinden in een Nederlandse context, iets wat vaak naar voren komt in de persoonlijke verhalen van de mensen die ik heb geïnterviewd.

Verder zie ik dat migratiemotieven vaak het resultaat zijn van verschillende factoren en het soms iets te simplistisch is dit enkel te reduceren tot seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Bij veel van de mensen die ik voor mijn onderzoek heb gesproken, speelden meerdere factoren een rol in hun besluit om te migreren. De procedure bij de IND is alleen zo ingericht dat ze je graag in één categorie indelen en je blijven toetsen op dat narratief, vaak binnen Eurocentrische toetsingskaders. Deze categorisering biedt weinig ruimte voor de complexiteit van het menselijk bestaan.  Dit zegt meer over de eurocentrische blik van degenen die interviewen dan over de verhalen van migranten, en het negeert de gelaagdheid en veelzijdigheid van hun ervaringen.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.