Universiteit Leiden

nl en

Oriëntatie arbeidsmarkt

Oriëntatie op de arbeidsmarkt is één van onze onderwijsvisie-ambities (Learning@LeidenUniversity).

Welke vaardigheden hebben studenten nodig om als academische professional en betrokken burger te kunnen functioneren?

Op deze pagina lees je hoe je met behulp van het Referentiekader Arbeidsmarktvoorbereiding binnen het curriculum een compleet aanbod van arbeidsmarktvoorbereiding kunt samenstellen om onze studenten optimaal voor te bereiden op de overgang van studie naar werk.

Over het Referentiekader Arbeidsmarktvoorbereiding

Het Referentiekader Arbeidsmarktvoorbereiding geeft opleidingen richting voor de ontwikkeling van arbeidsmarktvoorbereiding binnen het curriculum. Doel van het referentiekader is om onze studenten de arbeidsmarkt goed voorbereid en met vertrouwen te laten betreden.  

Binnen de Universiteit Leiden is gekozen om arbeidsmarktvoorbereiding in te vullen als het versterken van de employability van de student.

Employability is het vermogen van een individu om duurzaam inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt, ook als de arbeidsmarkt verandert.

Binnen de Universiteit Leiden wordt employability gedefinieerd als het ontwikkelen van de volgende eigenschappen: 

  • Een professioneel profiel dat naast de vakspecifieke kennis en vaardigheden gebaseerd is op praktijkervaring en vakoverstijgende vaardigheden; 
  • Bewustzijn en eigenaarschap ten aanzien van de eigen professionele ontwikkeling; 
  • Actieve en onderzoekende houding ten aan zien van de arbeidsmarkt; 
  • Kennis van eigen mogelijkheden op de arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, veerkracht en aanpassingsvermogen en de loopbaanvaardigheden om zich op die arbeidsmarkt te bewegen.

Studenten met bovenstaande eigenschappen zijn beter in staat: 

  • De overstap naar de arbeidsmarkt te maken, en
  • inzetbaar te blijven op een dynamische arbeidsmarkt
  • in een (loop)baan die past bij persoonlijke waarden, voorkeuren en ontwikkeling.

Employability-ontwikkeling bestaat uit vijf samenhangende onderdelen. Het is van belang dat studenten zich gedurende de gehele studieperiode ontwikkelen op alle onderdelen. Als een onderdeel minder ontwikkeld is, beinvloedt dat de employability van de student als geheel. Dat betekent niet dat in elk vak of elk blok aandacht besteed moet worden aan ieder onderdeel, maar wel dat het programma als geheel een integraal aanbod moet omvatten.

In de figuur hieronder zijn de onderdelen en hun onderlinge samenhang weergegeven. 

Inzetbaar profiel 

(rode onderdelen in de figuur)

Een inzetbaar profiel is de kern van de employability van een student. Studenten die 1.vakoverstijgende vaardigheden, 2.vakspecifieke kennis en vaardigheden hebben ontwikkeld en 3.praktijkervaring hebben opgedaan zijn beter inzetbaar op de arbeidsmarkt.

Zelfredzaamheid op de arbeidsmarkt 

(blauwe onderdelen in de figuur)

Om het inzetbaar profiel heen, vormt zich de zelfredzaamheid van de student op de arbeidsmarkt. Studenten die door 4.arbeidsmarktoriëntatie de arbeidsmarkt leren kennen en kunnen reflecteren op hun eigen profiel en ontwikkeling (5.zelfreflectie) zijn beter in staat om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt, direct na afstuderen, maar ook later als hun loopbaan zich ontwikkelt. 

Het referentiekader is bedoeld voor opleidingsbesturen en –coördinatoren die de employability van de student willen versterken. Het referentiekader geeft richting bij het ontwikkelen van een integraal programma door de gehele opleiding heen.

Het Referentiekader Arbeidsmarktvoorbereiding in één oogopslag

Hieronder vind je per onderdeel een toelichting en aanbevelingen die je kunt gebruiken om een integraal aanbod van arbeidsmarktvoorbereiding samen te stellen. 

Praktijkervaring

Studenten die tijdens hun studie praktijkervaring opdoen maken een betere start op de arbeidsmarkt na afstuderen. Uit het alumni-onderzoek van Geesteswetenschappen blijkt dat alumni met stage-, werk- of bestuurservaring vaak eerder een baan én een baan op hoger niveau vinden dan studenten die deze ervaring missen. Voor werkgevers zijn studenten met praktijkervaring aantrekkelijker omdat zij al beter weten wat er op de werkvloer van hen verwacht wordt. Daarnaast kunnen studenten met praktijkervaring de relevantie van een academische opleiding voor de praktijk beter inschatten.

Studenten doen niet alleen met een stage, maar bijvoorbeeld ook met praktijkgerichte projecten of praktijkgebaseerde opdrachten die zijn geïntegreerd in een (keuze-) vak, minor of afstudeeropdracht praktijkervaring op. Alle activiteiten waarbij de academische opleiding wordt gekoppeld aan de praktijk van een werkveld dragen bij aan de arbeidsmarktvoorbereiding van studenten. Om studenten hiervan bewust te maken, is het belangrijk dat de waarde hiervan voor hun kansen op de arbeidsmarkt expliciet benoemd wordt.

Aanbevelingen

  • Laat studenten waar mogelijk binnen de opleiding praktijkervaring opdoen; in de vorm van een stage, praktijkgerichte projecten, door het werken aan maatschappelijke vraagstukken of door praktijkgebaseerde opdrachten.
  • Benoem de activiteiten waarbij de academische opleiding wordt gekoppeld aan de praktijk van een werkveld als onderdeel van arbeidsmarktvoorbereiding, (bijvoorbeeld door de aandacht te vestigen op een relevante functie, werkgever, organisatie of alumnus). 
  • Wanneer studenten een project, opdracht of stage moeten organiseren, initiëren of zoeken, benut dan ook dat proces als onderdeel van arbeidsmarktvoorbereiding, omdat dit hier in hoge mate aan bijdraagt.
  • Faciliteer en stimuleer het opdoen van praktijkervaring binnen het curriculum (bijvoorbeeld wanneer een stage of praktijkopdracht geen standaard onderdeel van de opleiding is, maar wel tot de keuzemogelijkheden behoort).
  • Erken dat studenten ook extra-curriculaire praktijkervaring opdoen in bijbanen, bestuursfuncties, vrijwilligerswerk en medezeggenschapsposities. 
  • Stimuleer studenten om extra-curriculaire praktijkervaring op te doen, zeker wanneer de curriculaire mogelijkheden om praktijkervaring binnen de opleiding op te doen beperkt zijn. 
  • Benadruk de vaardigheden die worden ontwikkeld door het opdoen van praktijkervaringen, maak waar mogelijk een verbinding met arbeidsmarkt(voorbereiding).
  • Wanneer studenten voor praktijkervaring uitsluitend verwezen worden naar extra-curriculaire activiteiten, kan dit kansenongelijkheid introduceren. Studenten met beperkte financiële middelen kunnen bijvoorbeeld minder investeren in extra-curriculaire studie gerelateerde praktijkervaring zoals een verblijf in het buitenland of onbetaalde stage, bijvoorbeeld omdat zij afhankelijk zijn van een inkomen uit hun bijbaan die niet studie gerelateerd is. Tegelijk kunnen studenten ook op andere manieren waardevolle ervaring opdoen als mantelzorgers of in hun bijbaan. De kennis en inzichten die studenten opdoen door deze ervaringen zouden binnen de kaders van de opleiding meer erkenning kunnen krijgen als relevante competenties en kennisgebieden waar dit van toepassing en aantoonbaar is, denk bijvoorbeeld aan empathisch vermogen, maatschappelijke betrokkenheid, of doorzettingsvermogen en veerkracht.

Vakoverstijgende vaardigheden

Iedere professional heeft naast vakspecifieke kennis en vaardigheden ook vakoverstijgende vaardigheden nodig om aan de slag te kunnen op de arbeidsmarkt. Dit zijn de vaardigheden die je in staat stellen om samen te werken (interpersoonlijk), informatie uit de omgeving op te nemen en te verwerken, vraagstukken op te lossen (meta- cognitief) en om een eigen weg te vinden op de arbeidsmarkt (intrapersoonlijk). Door de ontwikkeling van dit soort vaardigheden, wordt de inzetbaarheid van studenten op de arbeidsmarkt vergroot. Studenten die zich bewust zijn van de vaardigheden die ze beheersen zullen deze gebruiken om zich te profileren op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld tijdens sollicitaties en in hun baan. De universiteit Leiden heeft 13 gezamenlijke vakoverstijgende vaardigheden geselecteerd en beschreven. 

Aanbevelingen

  • Maak de 13 vakoverstijgende vaardigheden zichtbaar in het onderwijs voor studenten en docenten.
  • Maak studenten ervan bewust dat vaardigheden ook extra-curriculair worden ontwikkeld (extra-curriculaire activiteiten, levenservaring) en stimuleer waar mogelijk deze extra-curriculaire ontwikkeling. 
  • Maak waar mogelijk expliciet een verbinding tussen de vaardigheden die worden ontwikkeld en de relevantie voor de arbeidsmarkt(voorbereiding).

Vakspecifieke kennis en vaardigheden

Vakspecifieke kennis en vaardigheden bepalen een groot deel het inzetbare profiel. Toch krijgen zij binnen het referentiekader minder aandacht dan de andere vier onderdelen. Niet omdat dit vakspecifieke deel minder relevant is voor employability ontwikkeling, maar omdat opleidingen hierin per definitie van elkaar verschillen. Opleidingen verschillen op basis van de vakspecifieke kennis en vaardigheden in hun arbeidsmarktperspectief. Waar de vertaling van de ene opleiding naar de arbeidsmarkt heel concreet is (bijvoorbeeld geneeskunde leidt studenten in principe op tot arts) is dat bij andere opleidingen diffuser. Het referentiekader stelt echter dat employability ontwikkeling altijd bestaat uit vijf onderdelen, onafhankelijk van het arbeidsmarktperspectief van het vakspecifieke deel. 

Dit onderdeel leent zich binnen het referentiekader minder goed voor het doen van aanbevelingen. Toch zijn er best practices die ook van toepassingen kunnen zijn binnen vakinhoudelijke activiteiten of theoretische cursussen.
 

Zelfreflectie

Binnen het referentiekader is zelfreflectie het onderdeel dat alle onderdelen met elkaar verbindt. Reflectie op het eigen profiel en de persoonlijke en professionele ontwikkeling (Wat vind ik interessant? Wat kan ik goed?) kan helpen bij het maken van keuzes m.b.t. de opleiding (verbreden of juist specialiseren?). Ook roept het wellicht vragen op over de arbeidsmarkt (Wat kan ik met mijn kennis en vaardigheden? Welke werkgever zit op mij te wachten?). Oriëntatie op de arbeidsmarkt, loopbanen en werkgevers nodigen uit tot zelfreflectie (Zou ik dit ook kunnen/willen? Past zo’n baan bij mij?). 

In staat zijn te reflecteren op jezelf en de omgeving  is essentieel voor employability-ontwikkeling. Tegelijkertijd is het ook een vakoverstijgende vaardigheid. Effectieve zelfreflectie maakt arbeidsmarktvoorbereiding tevens tot een persoonlijk proces. Dit persoonlijke aspect van arbeidsmarktvoorbereiding brengt soms ook onzekerheid met zich mee (Kan ik dat wel? Maak ik de goede keuze? Ben ik goed genoeg hierin?). Zelfreflectie kan daardoor ook een complex onderdeel van employability ontwikkeling zijn omdat het ook een beroep doet op de veerkracht – een andere vakoverstijgende vaardigheid - van een student. 

Aanbevelingen

  • Maak studenten bekend met de vakoverstijgende vaardigheden reflecteren en veerkracht.  
  • Laat studenten reflecteren op de keuzes die hij/zij al gemaakt heeft (studiekeuze) en de keuzes die de student maakt in de studie (minor keuze). Hierdoor wordt eigenaarschap voor employability-ontwikkeling gestimuleerd.  
  • Koppel zelfreflectie op het persoonlijke en professionele profiel, en de eigen ontwikkeling en waarden aan actuele keuzes binnen de studie (minor keuze, master keuze, internationale ervaring etc.). 
  • Koppel zelfreflectie aan het persoonlijk profiel en de eigen ontwikkeling -waar mogelijk- aan grote opdracht(en) van het curriculum (thesis, project, kernvak). Bij een onderzoeksproject kan bijvoorbeeld ook een professioneel ontwikkel plan worden opgesteld. 
  • Laat studenten reflecteren op hun ontwikkeling binnen de opleiding én op hun ontwikkeling door extra-curriculaire activiteiten en ervaring. 
  • Maak het ongemak en de onzekerheid die zelfreflectie teweeg kan brengen bespreekbaar en koppel dit aan de vaardigheid veerkracht. 
  • Ondersteun zelfreflectie waar mogelijk met begeleiding en feedback. Dit kan in een begeleidingsstructuur als een mentoraat, maar ook door een student door te verwijzen naar bijvoorbeeld een studie-loopbaanadviseur.
  • Laat studenten reflecteren op hun maatschappelijke positie, hun ontwikkeling binnen de opleiding én op hun ontwikkeling door extra-curriculaire activiteiten en ervaring. Wanneer hierin ruimte wordt gegeven voor een reflectie op de eigen achtergrond en positionering en hoe die zich verhoudt tot die van de medestudenten en samenleving, kan dit ook worden ingezet voor meer onderling begrip, een inclusievere leeromgeving en meer maatschappelijk bewustzijn.

Arbeidsmarktoriëntatie

Arbeidsmarktoriëntatie is het meest herkenbare onderdeel van arbeidsmarktvoorbereiding. Het oriënteren op functies en loopbanen en het kennismaken met werkgevers geeft inspiratie voor de eigen toekomst. Ook maakt het studenten bewust van de noodzaak van het ontwikkelen vakspecifieke vaardigheden, zoals het schrijven van een cv of het voeren van sollicitatiegesprekken. Bij arbeidsmarktoriëntatie gaat het dus om het weten wat er door werkgevers gevraagd en geboden wordt en welke vaardigheden je moet opdoen om jezelf 'in de markt te zetten’. 

Binnen de universiteit  bestaat een ruim aanbod aan mogelijkheden voor arbeidsmarktoriëntatie - zowel curriculair als extra-curriculair. Voorbeelden hiervan zijn gastsprekers binnen cursussen, bijeenkomsten waar alumni hun ervaringen uit het werkveld toelichten, bedrijfsbezoeken georganiseerd door studieverenigingen en facultaire carrièrebeurzen. De ervaring leert echter dat studenten vrij weinig en veelal pas laat in de opleiding gebruik maken van dit aanbod. 

Aanbevelingen

  • Faciliteer en stimuleer tijdige oriëntatie op de arbeidsmarkt door activiteiten tijdig aan te kondigen en studenten in de gelegenheid te stellen en te stimuleren om deel te nemen.
  • Koppel arbeidsmarktorientatie aan keuzes binnen de studie, passend bij de studiefase. Keuzes zoals de minor keuze, stimuleren studenten om na te denken over de vraag ‘wat betekent deze keuze voor mijn loopbaanmogelijkheden?’. Oriëntatie op de minor kan dus gekoppeld worden aan oriëntatie op de arbeidsmarkt.
  • Faciliteer en stimuleer een divers scala aan activiteiten ter oriëntatie op de arbeidsmarkt; een facultaire career event is een vorm van oriëntatie, maar een netwerkgesprek met een alumnus of een docent bijvoorbeeld ook.
  • Verwijs waar mogelijk naar de oriëntatie mogelijkheden die worden geboden door Career Services, het Alumni bureau, studieverenigingen, alumni netwerken, branche- of beroepsverenigingen etc.
  • Stimuleer en faciliteer vrijblijvende en brede oriëntatie op keuzes die tijdens en na de opleiding gemaakt worden. Voorkom dat in de informatie, communicatie en houding ten aanzien van de arbeidsmarkt een vooringenomenheid wordt uitgedragen. 
  • Keuzemomenten binnen een studie die benut kunnen worden in het kader van arbeidsmarktvoorbereiding zijn bijvoorbeeld minorkeuze, keuze voor een studieonderdeel in het buitenland, keuze voor een specialisatie, keuzeruimte met stagemogelijkheid,  keuze voor een (afstudeer)project en masterkeuze.
  • Faciliteer een ruime oriëntatie op de keuzes die tijdens de opleiding gemaakt worden. Bijvoorbeeld: communiceer deadlines voor uitwisseling tijdig en promoot het Study Abroad- festival ter oriëntatie.
  • Studenten met dezelfde opleiding ervaren niet altijd dezelfde kansen op de arbeidsmarkt, zowel door discriminatie maar ook verschillen in toegang aan netwerken, kennis en inzicht in mogelijkheiden op de arbeidsmarkt. Het aanbieden van informatie, transparantie in procedures, en specifieke aandacht voor begeleiding en financiële bronnen van ondersteuning kunnen gelijke kansen bevorderen.. Help studenten vroegtijdig bij het opbouwen van hun netwerk door hen in contact te brengen met alumni en studenten met een vergelijkbare achtergrond en wijs hen op de mogelijkheden die hiervoor binnen de universiteit bestaan (oa LUF mentornetwerk/career services).

Hoe voorbereid voelen studenten van jouw opleiding zich op de overstap naar de arbeidsmarkt?

Met het meetinstrument Employment Development Profile (EDP) kun je als faculteit of opleiding meten in hoeverre studenten zich voorbereid voelen op de overstap arbeidsmarkt. Het meetinstrument maakt op basis van 34 stellingen inzichtelijk in hoeverre studenten zich voorbereid voelen op de arbeidsmarkt en welke onderdelen uit het referentiekader daaraan bijdragen. Met deze inzichten kan een opleiding het aanbod voor arbeidsmarktvoorbereiding gericht versterken. Blijkt dat jouw studenten bijvoorbeeld behoefte hebben aan meer reflectie op hun eigen ontwikkeling? Kijk dan bij de best practices hiervoor. Wil je dit instrument inzetten binnen jouw faculteit of opleiding? Neem voor de mogelijkheden contact op met Kirsten Ran van het LLInC.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.