Wat is de harde knip?

De harde knip houdt in dat studenten pas kunnen beginnen met de masteropleiding, nadat zij hun bacheloropleiding hebben afgerond. Een bacheloropleiding is afgerond als een student voor alle vakken van de goedgekeurde bachelor-examenprogramma een voldoende resultaat heeft behaald en dit is vastgesteld door de examencommissie. Het is dus niet de bedoeling dat een student tijdens de bachelor al vakken volgt van een masteropleiding; ook niet als keuzevak of om ‘uit te proberen’.

Voor wie geldt de harde knip?

De harde knip geldt voor alle bachelorstudenten van de Universiteit Leiden, ook als zij een premasterprogramma volgen, ongeacht wanneer ze met hun bacheloropleiding zijn gestart. Voor bachelorstudenten van andere universiteiten geldt dat ze alleen een masteropleiding aan de Universiteit Leiden kunnen doen als ze in het bezit zijn van een bachelordiploma.

Geldt de harde knip ook voor studenten in een premasterprogramma?

Ja. Met een inschrijving voor een premasterprogramma mag een student enkel de vakken volgen uit de vastgestelde premasterprogramma. De inschrijving voor een premaster is maximaal twee studiejaren. Wil je naast je premasterprogramma andere vakken volgen aan Universiteit Leiden? Dan word je ingeschreven als reguliere bachelorstudent. 

Wanneer kan een student starten met een masteropleiding?

Als een student is ingeschreven als student van Universiteit Leiden en toelaatbaar is bevonden voor een masteropleiding, kan een student mastervakken volgen. 

Mogen studenten, als zij nog niet zijn toegelaten tot de masteropleiding, toch al mastervakken volgen?

Nee, studenten mogen alleen vakken uit een masteropleiding volgen als zij zijn toegelaten tot de masteropleiding en als student staan ingeschreven aan de Universiteit Leiden. In de Regeling toelating masteropleidingen is voor een student die wel in het bezit is van een bachelordiploma, maar niet of nog niet voldoet aan de toelatingseisen in de OER van de masteropleiding, de mogelijkheid opgenomen om te kunnen starten met de masteropleiding. Deze student kan worden toegelaten tot de masteropleiding, wanneer de deficiëntie niet meer dan 15 studiepunten bedraagt. De toelatingscommissie wijst de onderdelen aan die behaald moeten zijn voordat de student het examen van de masteropleiding kan afleggen. Deze onderdelen van het examen worden in het toelatingsbesluit opgenomen.