Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO)
Goed onderwijs geven is een vak op zich. Om de kwaliteit van academisch onderwijs in Nederland te waarborgen, hebben docenten, ud’s, uhd’s en hoogleraren de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) nodig. Wat betekent deze kwalificatie voor jou?
De BKO is een keurmerk dat alle Nederlandse universiteiten gebruiken. De kwalificatie werkt als een betrouwbare referentie over jou als docent. De BKO bestaat uit een traject, waardoor docenten alle facetten van het docentschap kunnen evalueren en ontwikkelen. Aan het einde van het traject ontvang je het BKO-certificaat. Ben je BKO-gekwalificeerd? Dan geldt deze kwalificatie op alle Nederlandse universiteiten.
Heb je een BKO nodig?
Heb je als docent, ud, uhd of hoogleraar een aanstelling vanaf 0,5 fte voor een jaar of langer? Dan moet je in het bezit zijn van de BKO. Treed je nieuw in dienst en heb je nog geen BKO? Dan krijg je 2 jaar de tijd om je BKO te behalen. Wanneer je een tijdelijk dienstverband krijgt voor een jaar met uitzicht op een vast dienstverband, dan wordt – als je na een jaar een vast dienstverband krijgt - via het ROG gevolgd of je binnen twee jaar na indiensttreding voldoet aan de eis voor het behalen van de BKO. Een bevordering naar een hogere functie is pas mogelijk als je je BKO behaald hebt.
Lesgeven zonder een BKO?
Wanneer je geen BKO nodig hebt, en je geeft wel les, dan moet je je hierin scholen. Dat kan met de cursus 'Uitvoeren van Onderwijs' van het LLInC. Sommige faculteiten hebben ook een eigen opleidingsaanbod. Neem hiervoor contact op met je instituutsmanager.
Waaruit bestaat het BKO-traject?
Een BKO traject begint met een gesprek met de BKO-contactpersoon van je faculteit. Hij of zij voert namens de facultaire toetsingscommissie een intakegesprek met je en legt je uit welke stappen je moet zetten voor verwerving van je BKO. Je hebt twee jaar de tijd om je portfolio te vullen en je BKO te behalen. De universiteit biedt je hierbij diverse vormen van ondersteuning. Is je portfolio compleet, dan toetst de commissie het weer. Voldoe je aan de eisen? Dan ontvangt je je BKO-certificaat, ondertekend door de decaan van je faculteit en de Vice-Rector Magnificus.
BKO-portfolio
Om een BKO-certificaat te behalen, leg je een portfolio aan. Hierin verzamel je stukken die laten zien dat je voldoet aan de BKO-eindtermen. Zo krijgt de toetsingscommissie een duidelijk beeld van uw kwaliteiten. Je neemt in je portfolio in ieder geval de volgende zaken op:
- studentevaluaties
- oordeel van de leidinggevende
- reflectieverslag over je ontwikkeling als docent
- advies van collega-mentor (als je een opleiding volgt)
Iedere faculteit stelt daarnaast extra eisen aan je portfolio. Je BKO-contactpersoon vertelt je hier graag meer over. In je portfolio laat je ook zien dat je aan de BKO-eindtermen voldoet.
Verzorg je onderwijs in het Engels?
Dan is ook de Basiskwalificatie Taalvaardigheid Engels (BKE) nodig. Het vereiste niveau is Taalvaardigheid Engels C-1 niveau. Het traject bestaat uit een toets. Indien van toepassing wordt voor de BKE een apart certificaat uitgereikt. Dit certificaat voeg je toe aan je BKO-portfolio.
Waar kun je de BKO halen?
De Basis Kwalificatie Onderwijs kun je bij de Universiteit Leiden halen. Ook de kwalificatie voldoet die je misschien bij een andere Nederlandse universiteit gehaald hebt.
Ondersteuning vanuit de Universiteit Leiden
Je BKO-contactpersoon kan je in contact brengen met een persoonlijke mentor. Bij het Leiden Learning & Innovation Centre (LLInC) kun je speciale trainingen volgen om je gedurende het BKO-traject te helpen.
Verder zijn er diverse cursusmodules ter ondersteuning van je docentprofessionalisering, en vinden er soms universitaire onderwijsbijeenkomsten plaats.
De Faculteit der Geesteswetenschappen hecht grote waarde aan goed onderwijs en deskundige docenten. Daarom wil de faculteit alle docenten de mogelijkheid geven om zich verder te professionaliseren. De eerste stap in dit kader is de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). De BKO is een bewijs van didactische bekwaamheid voor docenten in het wetenschappelijk onderwijs. Voor het BKO-certificaat moet een docent aan een aantal eindtermen voldoen. Dat laat de docent zien in het BKO-dossier.
De faculteit vraagt van docenten dat zij beschikken over het BKO-certificaat of bereid zijn het te behalen. Het BKO-certificaat wordt erkend door alle Nederlandse Universiteiten.
Uitvoeringsregeling Basiskwalificatie Onderwijs Faculteit der Geesteswetenschappen
BKO-procedure
De intake met de secretaris is de eerste stap voor alle BKO-kandidaten. Uiterlijk in de eerste maand van uw aanstelling maakt de afdeling HR een afspraak met u voor een intakegesprek. Tijdens het intakegesprek wordt de BKO-kandidaat op de hoogte gebracht van de door hem/haar te volgen stappen voor BKO-certificering
Het BKO-traject start met het intakeformulier dat door de docent en de leidinggevende (of mentor voor de BKO) binnen de eerste twee maanden van de aanstelling wordt opgesteld. Dit formulier bestaat uit verschillende onderdelen, namelijk: persoonlijke gegevens, relevante onderwijscertificaten, gevolgde cursussen en/of trainingen op het gebied van onderwijs, universitaire onderwijservaring en toekomstig onderwijs. Dit formulier wordt door de secretaris ter goedkeuring voorgelegd aan de BKO-commissie.
In het kader van het BKO-traject volgt de docent ten minste 2 trainingen op het gebied van onderwijsvaardigheden. De ICLON-training toetsen en beoordelen is een vast onderdeel van het BKO-traject. De tweede training kiest de kandidaat in overleg met het instituut waar de docent werkzaam is. De kosten van deze trainingen komen ten laste van dit instituut.
Daarnaast bieden de facultaire onderwijscoaches ondersteuning bij de samenstelling van het BKO-dossiers en het observeren van onderwijs. Ook bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan intervisiegroepen coaching & intervisie docenten.
Op basis van het goedgekeurde intakeformulier stelt de docent een BKO-dossier samen. De BKO-commissie beoordeelt op basis van BKO-dossiers aanvragen voor BKO-certificering. Bij de toetsing van de BKO-dossiers zijn 5 elementen van belang: zelfreflectie, spreiding van onderwijs, diversiteit in onderwijsvormen, observatie en zelfstandigheid.
De kandidaat stuurt het complete BKO-dossier in één PDF-document per mail uiterlijk 10 werkdagen voor een vergadering van de BKO-commissie naar de secretaris (bko@hum.leidenuniv.nl).
NB: Sinds 1 februari 2022 wordt er gebruik gemaakt van een nieuw BKO format. Indien u voor 1 februari 2022 een intakegesprek heeft gehad verzoeken wij u contact op te nemen met de secretaris door te mailen naar bko@hum.leidenuniv.nl.
BKO-portfolio
Samenstelling van het BKO-dossier (indicatief)
1. Voor docenten, universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren.
a. Het reflectieverslag over het onderwijs dat de kandidaat heeft verzorgd.
b. Visie op onderwijs en docentschap
c. Reflectie op studentenevaluaties.
d. Toekomstplan professionele ontwikkeling onderwijs.
e. De beschrijving van 3 verschillende Leidse cursussen (geen scriptiecolleges of scriptiebegeleiding), waaronder:- minimaal 1 volledig zelfontwikkelde en grotendeels zelf gedoceerde hoorcollegereeks;
- 2 zelfontwikkelde en zelf gedoceerde werkcollegereeksen waarvan 1 werkcollegereeks aan de hand van een opdracht (format).
f. Opdracht 1 uitwerking werkcollege.
g. Link naar Brightspace module van 1 cursus.
h. Korte beschrijving van minimaal één casus van de begeleiding van een afstudeerder of een groep afstudeerders (beschrijving verloop proces, gepleegde interventies, vormgeving feedback op conceptversie scriptie). Eventueel toevoeging testimonials van afstudeerder(s) (alleen UD/UHD/Hoogleraar).
i. De studentenevaluaties over het bij e. verzorgde onderwijs.
j. 2 observaties (bij voorkeur aan het begin en aan het eind van het BKO-traject) van een college door een docentcoach en de leidinggevende of een andere ervaren docent. Het observatieverslag wordt rechtstreeks door de observator naar de secretaris gestuurd.
k. 2 BKO ICLON trainingen: het certificaat van de ICLON-training toetsen beoordelen en van de tweede training op het gebied van onderwijsvaardigheden.
l. Indien van toepassing de Basiskwalificatie Engels (BKE)*
m. Overige relevante certificaten op het gebied van onderwijs geven.
2. Voor medewerkers met het docentprofiel niveau 4, waaronder tutoren en taalvaardigheidsdocenten.
a. Het reflectieverslag over het onderwijs dat de kandidaat heeft verzorgd:
b. Visie op onderwijs en docentschap
c. Reflectie op studentenevaluaties
d. Toekomstplan professionele ontwikkeling onderwijs – aansluiting op vervolgontwikkeling.
e. De beschrijving van 3 verschillende integraal verzorgde Leidse werkcollegereeksen (geen scriptiecolleges of scriptiebegeleiding) waarvan 1 werkcollegereeks aan de hand van een opdracht format.
f. Opdracht uitwerking 1 werkcollege.
g. Link naar Brightspace module van 1 cursus.
h. De studentenevaluaties over het bij e. verzorgde onderwijs.
i. 2 observaties van twee colleges (bij voorkeur aan het begin en aan het eind van het BKO-traject) door een onderwijscoach en de leidinggevende of een andere ervaren docent. Het observatieverslag wordt rechtstreeks door de observator naar de secretaris gestuurd.
j. 2 BKO ICLON trainingen: het certificaat van de ICLON-training toetsen beoordelen en het certificaat van de ICLON-training werkgroepen begeleiden of een vergelijkbare training bij een ander opleidingsinstituut.
k. Indien van toepassing de Basiskwalificatie Engels (BKE)*.
l. Overige relevante certificaten op het gebied van onderwijs geven.
*Basiskwalificatie Engels
Op basis van de Eindtermen Basiskwalificatie Onderwijs is voor docenten die onderwijs (gaan) geven in het Engels, Taalvaardigheid Engels op het niveau van C-1 verplicht, Common European Framework of Reference for Languages (CEFR). De toets Basiskwalificatie Engels wordt afgenomen door het Academisch Talencentrum: zie deze pagina voor meer informatie.
Het uitgangspunt is dat docenten die onderwijs in het Engels geven over het certificaat Basiskwalificatie Taalvaardigheid Engels (BKE) moeten beschikken, tenzij uit hun paspoort of CV blijkt dat zij al dit niveau hebben. De BKO-commissie toetst dit aan de hand van de BKO-dossiers.
Vaardigheidsdocenten
Medewerkers met het UFO-profiel vaardigheidsdocent (bijvoorbeeld bij het ATC), die zowel onderwijs verzorgen in reguliere taalcursussen als in het curriculair onderwijs, hebben toegang tot het BKO-traject. Zij dienen al te voldoen aan de vereisten voor het profiel van docent niveau 4. De studentenevaluaties van het verzorgde onderwijs bestaan uit vragenlijsten met een vijfpuntschaal.
Promovendi
Gezien de beperkte ruimte die zij binnen hun promotieaanstelling hebben om onderwijservaring op te doen, is het voor promovendi niet mogelijk om een volledige BKO te behalen, uitzonderingen daargelaten. In het kader van loopbaanbeleid voor promovendi vindt het Faculteitsbestuur het van belang dat promovendi zich ook kunnen professionaliseren op het gebied van onderwijs. Om die reden heeft het College van Bestuur besloten om promovendi ook de mogelijkheid te bieden een onderwijscertificaat te behalen dat een deel van de eindtermen van de BKO beslaat. Promovendi die dit certificaat hebben, krijgen hiermee de erkenning dat zij een deel van het BKO-traject hebben afgelegd. Het traject voor het deelcertificaat BKO is beperkter dan voor het volledige BKO-certificaat en heeft uitsluitend betrekking op de BKO-eindterm ‘onderwijs voorbereiden en uitvoeren’.
De BKO-commissie beoordeelt of voldaan is aan de eindtermen voor de BKO op grond van het door de kandidaat ingediende BKO-dossier. Indien de toetsingscommissie het BKO-dossier nog niet als voldoende beoordeelt, geeft zij aan op welke punten aanvulling nodig is en houdt het dossier aan zodat de kandidaat het dossier kan aanpassen. Bij een positieve beoordeling besluit de commissie om de kandidaat te certificeren. Het certificaat wordt getekend door de Vice-Rector Magnificus en de Decaan van de Faculteit.
Daarnaast beoordeelt de toetsingscommissie BKO-dossiers, tot stand gekomen via het BKO-traject bij de Faculteit der Geesteswetenschappen, van docenten die onderwijs verzorgen bij de Faculteit der Geesteswetenschappen maar elders een aanstelling hebben, onder de voorwaarde dat deze docenten bij die andere organisatie geen BKO-certificaat kunnen behalen.
Vrijstellingen
Op basis van een vergelijking tussen een internationaal onderwijscertificaat met de eindtermen van de BKO en na beoordeling van het intakeformulier kan de BKO-commissie bepalen hoe omvangrijk het BKO-dossier moet zijn en welke cursussen er eventueel gevolgd moeten worden. Overigens zullen Leidse onderwijsevaluaties altijd nodig zijn om te kunnen beoordelen of een docent in aanmerking komt voor een BKO-certificaat.
Samenstelling Toetsingscommissie BKO
Dr. Frank Chouraqui (voorzitter)
Dr. K.J. Fatah-Black
Drs. A.S. Keijser
Dr. H.F. Westgeest
Dr. D. Smakman
Drs. L. Wolring
Drs. A. Simonsz (onderwijskundig adviseur)
Vergaderdata Toetsingscommissie BKO
- 18 september 2024
- 10 december 2024
- Februari 2025
- Juni 2025
Contactpersoon Faculteit der Geesteswetenschappen
Jeanine Rosheuvel is de secretaris van de toetsingscommissie voor de Basiskwalificatie onderwijs. U kunt bij haar terecht met vragen over de procedure en de ondersteuning door te mailen naar bko@hum.leidenuniv.nl.