Toetsvormen
De meest voorkomende toetsvormen en overwegingen voor je keuze
Op deze pagina:
- Het kiezen van de juiste vorm
- Gesloten toetsvragen
- Open toetsvragen
- Schriftelijke opdracht
- Presentatie
- Groepsopdrachten en peer review
- Audio- en video-opdrachten
Het kiezen van de juiste vorm
Bij het kiezen van een toetsvorm, of een combinatie van toetsvormen, spelen verschillende factoren een rol.
Leerdoelen | De toetsvorm moet meten of de leerdoelen zijn behaald. Verschillende toetsvormen zijn geschikt voor verschillende cognitieve niveaus, zoals onthouden, toepassen, of evalueren. Voor meer informatie, zie de Tips bij Toetsen. |
Onderwijsvorm | De gekozen onderwijsvormen kunnen van invloed zijn op je keuze van toetsvormen. |
Professionele (beroeps)context | De toetsvorm kan afgeleid zijn van producten of prestaties die de student in de toekomst in een professionele (beroeps)situatie zal moeten leveren. |
Constructie- en beoordelingstijd | Sommige toetsvormen, zoals meerkeuzevragen, kosten meer tijd om te maken maar zijn sneller te beoordelen. Het tegenovergestelde geldt voor bijvoorbeeld open vragen of essays, die juist vooral veel tijd vragen tijdens de beoordeling. |
Herkansing | Zorg ervoor dat de toetsvorm het mogelijk maakt om alle leerdoelen te herkansen. |
Digitaal toetsen | Overweeg het gebruik van digitale toetssoftware om de afname van toetsen te vergemakkelijken. |
Fraudepreventie | Houd rekening met de gevoeligheid van de toetsvorm voor fraude, bijvoorbeeld door gebruik van AI-tools zoals Generative AI (GenAI). |
Bekijk 'De juiste tool voor je toets' voor een overzicht van beschikbare tools voor digitaal toetsen en welke het beste past bij jouw toetsvorm.
Toetsvormen
Gesloten toetsvragen
Gesloten vragen zijn toetsvragen waarbij de student uit twee of meer opties moet kiezen. Voorbeelden zijn: meerkeuzevragen, juist/onjuist-vragen, ja/nee-vragen en casuïstiekvragen met een aantal antwoordopties. Je kunt gesloten vragen summatief of formatief inzetten voor het testen van feitenkennis, maar ook voor het toetsen op hogere cognitieve niveaus, zoals inzicht en toepassing. Bij tentamens die voor een belangrijk deel uit meerkeuzevragen bestaan, pas je een raadkanscorrectie toe. Gesloten vragen vergen meer constructietijd dan open vragen, maar laten zich relatief snel nakijken.
Zie ook: Tips bij Toetsen hoofdstuk 1.2
Open toetsvragen
Open vragen zijn toetsvragen waarbij studenten zelf actief een antwoord moeten formuleren. Met open vragen kun je niet alleen feitenkennis, begrip en het toepassen van kennis toetsen, maar ook hogere cognitieve niveaus zoals kritisch analyseren en het vormen van een onderbouwde mening.
Zie ook: Tips bij Toetsen hoofdstuk 2.2
Schriftelijke opdracht/werkstuk
Een schriftelijk werkstuk (essay, verslag, artikel, e.d.) biedt de mogelijkheid om inzicht te krijgen in de beheersingsgraad van de student van de hogere cognitieve niveaus. Denk aan vaardigheden als: kritisch evalueren, samenhang aantonen of onderbouwd argumenteren. Schriftelijke werkstukken worden meestal individueel, op een door de student zelf gekozen tijd en plaats gemaakt. De toetsomstandigheden zijn dus moeilijk te controleren.
Zie ook: Tips bij Toetsen hoofdstuk 2.3
Mondelinge presentatie
Mondelinge presentaties toetsen doorgaans zowel de inhoud van de leerstof als presentatievaardigheden. Je beoordeelt niet alleen of de student de stof beheerst, maar ook of de student bijvoorbeeld een standpunt kan beargumenteren, kritisch kan denken en een discussie kan voeren. Naast je eigen beoordeling kun je eventueel ook peer-beoordeling inzetten bij mondelinge presentaties.
Zie ook: Tips bij Toetsen hoofdstuk 2.4
Groepsopdrachten/peer review
Groepsopdrachten kunnen op verschillende wijzen worden getoetst. Gangbare (combinaties) van toetsvormen bij groepsopdrachten zijn bijvoorbeeld schriftelijke werkstukken, mondelinge presentaties en peer review.
Groepsopdrachten kunnen geschikt zijn voor het toetsen van complexere vaardigheden, waaronder samenwerken, maar zijn minder bruikbaar voor toetsing van basiskennis en -vaardigheden.
Studenten die een groepsopdracht hebben gemaakt, kun je gezamenlijk of individueel beoordelen (of combinatie van beide). Wanneer je studenten (deels) individueel beoordeelt, is het belangrijk duidelijke afspraken te maken over ieders (herkenbare) bijdrage. Overweeg om ook peer review in te zetten.
Zie ook: Tips bij Toetsen hoofdstuk 2.5
Audio- en video-opdrachten
Je kunt ook video of audio gebruiken voor opdrachten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een live presentatie via een van de video conferencing tools, of het inleveren van een videoproduct zoals een presentatie, podcast of kennisclip. Om te starten met media-opdrachten, bekijk de pagina’s video’s en podcasts maken en vind geschikte Onderwijstools.