Universiteit Leiden

nl en

Evalueren en verbeteren

Evaluatie vormt een belangrijk instrument in het inzichtelijk maken, bewaken en bevorderen van de kwaliteit van je onderwijs.

Op deze pagina:

Je denkt bij onderwijsevaluatie waarschijnlijk het eerst aan studentenquêtes na afloop van een cursus, maar vergeet niet dat ook tussentijdse evaluatiemomenten, zelfevaluatie en feedback van collega’s je kunnen helpen bij het behouden van wat goed gaat en bij het verbeteren waar dat kan.

1. Tussentijds evalueren

Tussentijds evalueren biedt je de kans om tijdens een lopende cursus nog aanpassingen door te voeren en om studenten actiever te betrekken bij het leerproces. Let erop dat je in de evaluatie focust op zaken waaraan je tijdens de cursus ook daadwerkelijk zelf nog iets kunt veranderen.

Studentfeedback

Het tijdstip en de manier waarop je tussentijdse organiseert, bepaal je zelf. Dit kan bijvoorbeeld mondeling of schriftelijk, individueel of in groepen. Een evaluatiemoment kan handig zijn halverwege een reeks colleges, of na een sessie waarin je een nieuwe werkvorm hebt uitgeprobeerd.

Houd de volgende punten in gedachten wanneer je tussentijds feedback vraagt aan studenten:

  • Zorg voor een open en veilig leerklimaat waarin respect voor elkaar centraal staat.
  • Leg uit waarom de evaluatie belangrijk is. Laat zien wat je gedaan hebt met feedback uit voorgaande evaluaties.
  • Bespreek hoe studenten op een respectvolle en constructieve manier feedback kunnen geven (aan jou en aan elkaar).
  • Moedig studenten aan om hun zorgen of verbeterpunten te delen, en leg uit hoe je deze feedback verwerkt.
  • Maak de evaluatie concreet en specifiek.

Meer tips

  • Wooclap is een handige tool om snel feedback te verzamelen tijdens een onderwijsmoment
  • Je kunt ook gebruik maken van de survey functionaliteit in Brightspace. 
  • Bekijk deze gids met snelle evaluatievormen door Radbouduniversiteit Nijmegen.

Tussentijds toetsen

Tussentijdse toetsen (formatief of summatief) vormen ook een evaluatiemoment; je krijgt daarmee namelijk inzicht in de leeropbrengst bij de studenten en daarmee in de effectiviteit van je onderwijs.

Collegiale feedback

Ervaren collega’s kunnen van grote waarde zijn voor de evaluatie van je onderwijs. Bespreek ervaringen, lesmateriaal of tussentijdse evaluatieresultaten dus ook eens met een andere docent, of vraag een collega om een keer aan te schuiven bij een college of werkgroep, bijvoorbeeld wanneer je een nieuwe werkvorm hebt ontwikkeld waarop je feedback wilt.

2. Evalueren na afloop

De evaluatie van een cursus na afloop wordt niet door jou als docent georganiseerd, maar door de opleidingscommissie in samenwerking met de studentadministratie. Deze evaluaties zijn grotendeels gestandaardiseerd, waarbij faculteitsbreed dezelfde vragen worden gebruikt. Voor cursussen met kleinere aantallen studenten wordt het gebruik van open vragen aanbevolen, terwijl voor grotere groepen vaak gesloten vragen worden toegepast. Hoewel digitale evaluaties steeds vaker worden gebruikt, worden papieren evaluaties ook nog ingezet vanwege een hogere respons.

Meer informatie over cursusevaluaties en de gehanteerde vragenlijst kun je vinden in hoofdstuk 2 en bijlage 1 van het Onderwijsevaluatiekader FGW.

Niet elke cursus wordt elk jaar geëvalueerd. De opleidingscommissie speelt een belangrijke rol bij het bepalen welke cursussen worden geëvalueerd. Zit je als docent in een BKO-traject, dan worden je cursussen altijd geëvalueerd.

De onderwijsadministratie neemt tijdig contact met je op als je cursus tijdens een contactuur geëvalueerd zal worden, zowel voor papieren als digitale evaluaties. Zie ook de Logistieke procedure cursusevaluatie.

Moedig je studenten aan om de evaluatie in te vullen, door uit te leggen waarom de uitkomsten belangrijk zijn. Als docent speel je een belangrijke rol in het verhogen van de respons.

3. Evalueren van toetsing

Voor informatie over het evalueren van de toetsing zie: toetsevaluatie.

4. Opvolging van evaluatie

Evalueren is pas echt zinvol als je ook daadwerkelijk iets doet met de resultaten. Dit geldt zowel voor formele cursusevaluaties aan het einde van de cursus, als voor tussentijdse evaluaties die je zelf organiseert.

Enige tijd na de officiële cursusevaluatie ontvang je een evaluatierapport. Dit rapport gaat ook naar de opleidingscommissie, die het bespreekt en contact met je opneemt als er vragen zijn of als zij advies willen geven. Analyseer de resultaten snel na ontvangst, zodat je ze kunt gebruiken voor de volgende editie van je cursus of voor je algemene ontwikkeling als docent. Ga met studenten in gesprek als je nog vragen hebt over de evaluatie. Nodig studenten bijvoorbeeld uit voor een kort panelgesprek over mogelijke verbeteringen. Houd in gedachten dat evaluatiescores, vooral bij een lage respons, niet altijd betrouwbaar zijn. Realiseer je bovendien dat studenttevredenheid niet hetzelfde is als onderwijskwaliteit, maar slechts één van de indicatoren daarvan.

Maak notities van je analyse en zorg dat je die erbij pakt tijdens de voorbereiding van een volgende cursus. Bespreek eventuele wijzigingen met een collega indien gewenst. Laat toekomstige groepen studenten weten welke aanpassingen je hebt gedaan op basis van eerdere evaluaties. Dit kan bijvoorbeeld kort worden vermeld in de syllabus. Zo motiveer je studenten om ook in de toekomst constructieve feedback te geven.

Meer informatie

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.