Beoordelen en cijferregistratie
Als examinator ben je verantwoordelijk voor het opstellen van beoordelingscriteria en het eerlijk en consistent beoordelen van toetsen. Deze pagina gaat in op de richtlijnen over het gebruik van beoordelingsmodellen, omgaan met fraude en plagiaat, cijfers registreren, en de nakijktermijnen waar je rekening mee moet houden.
Beoordelingsmodel
Als examinator stel je voor iedere toets een inzichtelijk antwoordmodel of een set beoordelingscriteria op. Dit helpt om iedere (individuele) beoordeling op consistente en dus betrouwbare wijze uit te voeren. Deze gelden als richtlijnen voor het beoordelen en becijferen van een toets. Hiermee verklein je de kans op ongewenste beoordelaarseffecten.
Bij gesloten toetsvormen betreft dit een antwoordsleutel. Bij open toetsvormen gaat het bijvoorbeeld om korte beschrijvingen van de juiste antwoorden, of meer uitgebreide modellen als toetsmatrijzen en rubrics.
Zie ook:
- Hoofdstuk 3 van Tips bij Toetsen.
Fraude en plagiaat
Bij het beoordelen van tentamens en werkstukken kan het gebeuren dat je stuit op (vermeende) fraude of plagiaat. De Universiteit Leiden vat fraude en plagiaat op als een ernstig vergrijp. Bekijk meer informatie over het detecteren van fraude en plagiaat of over wat je moet doen als je fraude of plagiaat vermoedt.
Nakijktermijn
De nakijktermijn voor (deel)tentamens en werkstukken is 15 werkdagen. Soms gelden kortere termijnen in verband met het afnemen van herkansingen; informeer bij je opleiding welke termijn er precies wordt gehanteerd.
Het is belangrijk dat je je aan de nakijktermijn houdt. Uiteraard stelt tijdige beoordeling studenten in staat om zich op een eventuele herkansing voor te bereiden. Daarvoor geldt een termijn van minimaal 5 werkdagen. Daarnaast is op tijd beoordelen van cruciaal belang bij het uitbrengen van het Bindend Studie Advies (BSA) of het in gang zetten van het afstudeerproces.
Haal je de nakijktermijn onverhoopt niet, dan moet je de studenten hierover inlichten en laten weten op welke (uiterste) datum het cijfer wel bekend gemaakt wordt.
Cijfers
Cijfers: helen, halven, decimalen
De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een getal met maximaal één decimaal, tussen 1,0 tot 10,0, beide grenzen inbegrepen, of afgerond op een heel of half cijferpunt. Er mogen geen eindcijfers tussen de 5,0 en 6,0 worden gegeven. Een 5,49 wordt afgerond naar een 5,0, een 5,50 wordt afgerond naar een 6,0. Deeltentamens hoeven niet per se afgerond te worden en kunnen wel een cijfer tussen 5,0 en 6,0 krijgen, behalve als dit anders staat vermeld in de studiegids.
Cijfers registreren
Wanneer je een tentamen of schriftelijke werkstukken hebt beoordeeld en becijferd, vul je de eindcijfers in op de deelnemerslijst die je van de onderwijsadministratie rond de tentamendatum hebt ontvangen en stuurt deze retour. De onderwijsadministratie archiveert een kopie van deze mail. Nadat de onderwijsadministratie de cijfers heeft ingevoerd, ontvangen de studenten vanuit uSis een bericht met hun cijfer.