Universiteit Leiden

nl en

Toets organiseren

Van toetsperiodes en deadlines tot surveillanten en het organiseren van digitale toetsen. Alles waar je aan moet denken voor het plannen, organiseren en communiceren van toetsen.

Op deze pagina:

Een tentamen inplannen

Tentamenperiodes

De tentamenperiodes zijn opgenomen in de jaarkalender. De tussentijdse (deel)tentamens vinden plaats in de studieweken in oktober en maart. De eindtentamens vinden plaats in de tentamenperiode eind december/begin januari (opgesplitst wegens de feestdagen) en eind mei.

De herkansingsperiodes zijn eind januari (voor de tentamens van december) en tijdens de studieweek in maart (voor de tentamens van begin januari) en in juni.

Datum en locatie van tentamens

De tentamendata worden, als onderdeel van de onderwijsroostering, al in de winterperiode voor het hele komende academisch jaar vastgesteld.

Een digitaal tentamen organiseren

De voorbereiding van (deel)tentamenroosters en -zalen vindt in eerste instantie plaats in overleg tussen de onderwijscoördinator van de opleiding en het facultaire team Onderwijsvoorbereiding.

Bij digitale summatieve toetsen in Remindo of Ans, is het belangrijk dat je een aanvraag indient en krijg je begeleiding vanuit ECOLe. Lees hier wat je daarvoor moet doen

Afhankelijk van de locatie kunnen bij een digitaal tentamen universitaire laptops beschikbaar zijn, of studenten maken de toets op hun eigen laptops. Vergeet niet om zelf kladpapier mee te nemen.

Deadlines voor opdrachten als toetsing

Indien het (deel)tentamen niet bestaat uit een toets op locatie, maar uit het zelfstandig (thuis) schrijven of maken van een werkstuk, essay of opdracht, dan geldt de vastgelegde tentamendatum als deadline voor het inleveren daarvan. Je verstrekt de studenten tijdig een duidelijke opdracht en wijst hen nadrukkelijk op de deadline.  

Datum en locatie van inzage en nabespreking

Studenten hebben, na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen, recht op inzage en nabespreking. Plan deze tijdig in. Voor meer informatie zie: Inzage en nabespreking.

Toetspapier

Kleine groepen

Bij tentamens met kleine groepen studenten (d.w.z. 50 studenten of minder), draag je zelf zorg voor de voorbereiding van het tentamen (vermenigvuldiging tentamens e.d.). Je kunt tentamenpapier bij de onderwijsadministratie ophalen.

Grote groepen

Bij tentamens met grotere groepen (meer dan 50 studenten) stuur je het opgestelde tentamen uiterlijk 7 dagen van tevoren naar de onderwijsadministratie. (Je verneemt van de onderwijsadministratie hoe ver van tevoren dit moet worden aangeleverd). De onderwijsadministratie draagt vervolgens zorg voor de vermenigvuldiging van het tentamen en bewaart het pakket in een afgesloten kluis. Je kunt het pakket, inclusief voldoende antwoordpapier, voorafgaand aan het tentamen bij de administratie afhalen.

Optisch leesbare antwoordformulieren

Indien het tentamen uit meerkeuzevragen bestaat en je gebruik wilt maken van optisch leesbare antwoordformulieren (ook wel ‘schrapkaarten’ genoemd), dien je dit door te geven aan de onderwijsadministratie op het moment dat je het tentamen aanlevert. De onderwijsadministratie kan dan zorgdragen voor het juiste papier.

Surveillanten

Je bent als examinator verantwoordelijk voor de surveillance tijdens het tentamen. Voor grote tentamens kun je, eventueel in overleg met de onderwijscoördinator, tot uiterlijk 4 weken voor het tentamen extra surveillanten aanvragen. Voor meer informatie zie: Surveillanten.

Communicatie naar studenten

Studenten hebben recht op transparante informatie over de toetsing. Die informatie dien je tijdig vast te leggen in de Studiegids:

  • In de cursusbeschrijving in de Studiegids moet vermeld worden hoe tentamens, dan wel de deeltoetsen, worden afgenomen (schriftelijk, digitaal of mondeling dan wel op andere wijze).
  • Ook vermeld je het aantal en de vorm van de deeltoetsen en het gewicht van elk van de deeltoetsen in de bepaling van het eindcijfer.
  • Indien van toepassing geef je aan welke soort praktische oefeningen een vak heeft (voor definitie van ‘praktische oefening’ zie Begripsbepalingen in de Onderwijs- en Examenregeling) en de omvang van de werkzaamheden van de student, en welke praktische oefeningen met goed gevolg dienen te zijn afgelegd met het oog op de toelating tot het deelnemen aan (andere onderdelen van) het tentamen.
  • Indien van toepassing vermeld je welke deeltoetsen (bv. praktische oefeningen) niet kunnen worden herkanst en hoe studenten in die gevallen alsnog bij de tweede tentamengelegenheid het vak met een voldoende kunnen afsluiten.
  • Indien voor de herkansing van tentamens of deeltoetsen een andere toetsvorm wordt toegepast dan voor de originele deeltoets/tentamen, dan vermeld je dat expliciet in de Studiegids.
  • Indien je aanvullende eisen stelt aan deelresultaten, bijvoorbeeld dat alle of sommige deeltoetsen met minimaal een 6,0 afgerond moeten worden, dan neem je dat ook op in de cursusbeschrijving.
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.