Mensen denken met hun lichaam
Wat maakt het lichaam? Veranderen woorden de werkelijkheid? Deze en andere vragen kwamen aan de orde op de ICLON-nascholingsdag Filosofie over het examenthema ‘De vraag naar de mens in relatie tot techniek en wetenschap’.
'Je bent geen chip'
Ons lichaam bepaalt dát we waarnemen en wát we waarnemen. Erik Myin, hoogleraar filosofie aan de Universiteit Antwerpen en mede-auteur van het examenboek Wat maakt de mens?, vertelt in zijn openingslezing waarom deze bewering waar en belangrijk is. ‘Het is niet triviaal om te benadrukken dat denken en ervaring belichaamd is. Want tonen computers en AI (artificial intelligence) niet aan dat het lichaam er minder toe doet dan we dachten?’ Nee, betoogt Myin, cognitie is fundamenteel organisch, bepaald door het lichaam.
Het brein wordt soms gezien als een computer die informatie verwerkt. Prikkels komen bijvoorbeeld binnen door de ogen. De cellen in de ogen reageren daarop en zetten de stimulus om in informatie die in het brein komt. Je kan die informatie interpreteren omdat er al informatie in het brein aanwezig is. Die informatie is ook weer een interpretatie van wat je vroeger al bent tegengekomen.
In dit soort denken (cognitivisme) wordt het lichaam ondergeschikt gemaakt. Je kunt zelf een chip zijn die informatie ontvangt. Maar als je lichaam er niet toe doet, kan er een computer bestaan die perfect doet wat je brein doet. Men dacht dat AI makkelijk kennis kan overnemen, zoals van een medische expert. Maar een computer heeft niet de menselijke vaardigheid van met de wereld omgaan.
Verandert de werkelijkheid als de taal verandert?
Ewoud Sanders beschrijft in zijn boek Het n-woord. De geschiedenis van een beladen begrip hoe dit woord op pijnlijke wijze de witte superioriteitswaan toont. Hij vertelt in zijn workshop dat gebruik van het n-woord nu zeer omstreden is. Maar verandert er voor een groep echt iets als bepaalde woorden veranderen? Arbeidsimmigranten blijven benadeeld, of je ze nu ‘gastarbeiders’, ‘allochtonen’, of nog iets anders noemt. Het veranderen van de taal is niet genoeg.
‘Eigenlijk kun je het niet goed doen, wat niet erg is, als er maar beweging is. Blijf niet hangen in: ik bedoel er niets kwaads mee. Maar vraag: hoe is dit voor jou? Hoe houden we er rekening mee als mensen een woord niet neutraal vinden?’
Kirsten Poortier, docent filosofie en mede-auteur van het examenboek, vult aan: ‘De neiging is om dit soort problemen dualistisch op te vatten: zit het ‘m in de taal of in machtsverhoudingen? Die vraag alleen is al problematisch. Het is een complexe wisselwerking tussen denken, handelen en de omgeving.’
De wisselwerking tussen denken en gevoel
Timothy Morton, auteur van The Ecological Thought, bekritiseert in zijn live online lezing het strikte onderscheid tussen denken en gevoel. Het alternatief is samen te vatten als ‘The how is the what’: hoe je iets zegt is wat je eigenlijk bedoelt, hoe een zout zich gedraagt is wat een zout is, hoe een docent zich gedraagt is wat je overbrengt op je leerlingen. In een door exacte wetenschap gedomineerde wereld is dit een subtiliteit die verloren gaat. Dat het gevoel ons ontgaat leidt volgens Morton tot de maatschappelijke crises van deze tijd. We weten wel wat we moeten doen aan de klimaatcrisis, maar we doen het niet.
In The Ecological Thought wil Morton ons de verbondenheid van alle levende en niet-levende dingen weer laten voelen (‘There are little crustaceans running around in your eyelids’). Verbondenheid als idee is niet genoeg. Het gaat erom dat we het ook gaan voelen. Hoe we onszelf in de wereld zien bepaalt wat we aan onze situatie gaan doen.
Lezing van Timothy Morton op de nascholingdag Filosofie
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website ofFotografie: Arend Jan Hermsen