Thijs Brocades Zaalberg: ‘Hoe beïnvloedt het discours over oorlog de praktijk?'
Thijs Brocades Zaalberg was als student ooit vooral geïnteresseerd in diplomatie rondom conflicten. Hij ging zich via onderzoek naar vredesoperaties en vervolgens de strijd tegen guerrilla’s steeds meer bezighouden met de meest gewelddadige kant van koloniale oorlogvoering. Per 1 september 2024 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Militaire Geschiedenis, waarbij hij zich vooral zal richten op irreguliere en koloniale oorlogen.
‘Toen ik in de jaren negentig in Groningen studeerde, had militaire geschiedenis aan universiteiten nog altijd een negatieve bijsmaak’, herinnert Brocades Zaalberg zich. ‘Het werd gezien als verhalen over strategie, ‘grote mannen en tirannen’ en pijlen op de kaart. Als je zoals ik interesse had in oorlog, kwam je uit bij vakken over diplomatie. Daar was in Nederland wel aandacht voor: oorzaken van conflict, vrede brengen, maar niet oorlogvoering of militaire organisaties zelf. Aandacht voor guerrilla en andere vormen van ‘irreguliere oorlogvoering’ was totaal afwezig.’
Ommezwaai door Afghanistan
Dat verandert na ‘9/11’ en de oorlogen in Irak en Afghanistan. ‘Iedereen vroeg zich ineens af hoe je guerrilla’s bestreed’, zegt Brocades Zaalberg. ‘Daarbij werd vaak klakkeloos teruggegrepen op het koloniale verleden en Britse en Franse counter-insurgency theorie. Net als toen zouden we het winnen van de hearts and minds van de bevolking de sleutel tot succes zijn’. In de moderne variant kwam de nadruk daarbij te liggen op het bouwen van democratieën en liberale economieën. Extreme koloniale geweldpleging werd grotendeels weggepoetst.
Breda en Leiden
In de jaren die volgen, ligt juist daar de focus van Brocades Zaalberg. Hij gaf bij het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS) met Bart Luttikhuis leiding aan de vergelijkende deelstudie van het grote onderzoek ‘Onafhankelijkheid, Dekolonisatie, Oorlog en Geweld in Indonesië, 1945-1949’. Executies, marteling, collectieve bestraffing en andere vormen van extreem geweld door Nederlandse, Franse en Britse militairen staan hierbij centraal. ‘Eerder onderzoek benadrukte vooral unieke nationale karakteristieken. Ons internationale onderzoeksteam zag vooral paralellen in de verklaringen voor geweldsontsporingen’.
Hij doceert in die periode bovendien aan de Universiteit Leiden en aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda, waar hij officieren in opleiding onder meer colleges geeft over irreguliere oorlogvoering. ‘Aan de defensieacademie staat een meer theoretische benadering voorop, terwijl het in Leiden uiteraard vooral om historisch onderzoek draait.’
Egodocumenten
In Leiden raakt hij ondertussen steeds meer in de ban van egodocumenten. ‘Als we het over dit type oorlog hebben, is de analyse vaak hoog over’, vertelt hij. ‘Naar het perspectief en de ervaring van militairen op de grond is minder structureel onderzoek gedaan. Ik vind het ook interessant hoe de narratieven over de oorlog veranderen. Soldaten schreven in 1948 in hun dagboeken vaak met afschuw over de Nederlandse ‘excessen’ in Indonesië, terwijl veteranen veertig jaar later in hun memoires meer neigen te verhullen. Tegelijkertijd oordelen ze juist harder over de onrealistische Nederlandse oorlogsdoelen en tonen ze begrip voor het Indonesisch onafhankelijkheidsstreven. Na al die jaren lijken ze een beeld te construeren dat minder zwaar is om met zich mee te dragen. Dat zijn boeiende mechanismen om met studenten in colleges te bestuderen.
Militaire geschiedenis in Leiden
Als hoogleraar zal Brocades Zaalberg zich in Leiden blijven bezighouden met deze thema’s, terwijl hij daarnaast werkzaam blijft voor de NLDA. ‘In mijn onderzoek blijft de nadruk liggen op irreguliere oorlogvoering en egodocumenten’, zegt hij. Mijn streven is om de top-down analyse van oorlog te combineren met ‘war from the ground up’. In hoeverre hebben het discours over oorlog en de theorie eigenlijk invloed op de praktijk op de grond?
‘Daarnaast wil ik met dit hoogleraarschap militaire geschiedenis in het algemeen meer op de kaart zetten. Dit jaar is deed ik dat onder andere door het inleidende hoorcollege Oorlogvoering in Kerndebatten te geven.’ Eerder was daar weinig ruimte voor in het curriculum, maar mede door de oorlogen in Oekraïne en Gaza is de interesse in militaire geschiedenis alleen maar gegroeid. ‘Alle 125 plekken waren bezet. Ik zou het heel mooi vinden om het vakgebied in Leiden nog breder neer te zetten.’